Stel, je bent als de dood voor honden. Dat komt volgens de cognitieve psychologie omdat jouw schema voor honden, dat je hebt gevuld met je kennis en ervaring, een negatieve interpretatie van honden geeft. Zegt je schema bij het zien van een hond ‘Pas op! Gevaar!’ dan zul je je gedragen alsof de hond gevaarlijk is (verstijven, een blokje om lopen). Dat is handig als de hond ook echt gevaarlijk is; maar een onrealistische angst voor honden is natuurlijk vooral lastig. Je interpreteert elke hond als gevaar, omdat vroeger misschien één individuele hond zich gevaarlijk gedroeg.
Als je voor dit voorbeeld de 4 G’s invult, ziet dat er zo uit:
G1 - Gebeurtenis: er komt een hond op je af
G2 - Gedachte: oh jee, hij gaat me aanvallen
G3 - Gevoel: paniek
G4 - Gedrag: wegrennen
Ga naar blz. 14-16
Maak opdracht 18 t/m 23