Les 3: Behaviorisme

LOKAAL E02
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LOKAAL E02

Slide 1 - Tekstslide

Les 3: Behaviorisme

Slide 2 - Tekstslide

Programma
1. Bespreken huiswerk
2. Introductie
3. Behaviorisme
4. Opdracht

Lesdoel: 
- Je kunt uitleggen wat het behaviorisme inhoudt
- Je kunt de theorie toepassen op een voorbeeld

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 1

1. Welke psychologische ziektes/aandoeningen ken je?  
2. Gedrag speelt een belangrijke rol in de psychologie. Leg uit waarom. 
3. Benoem gedrag dat volgens jou een symptoom is van een psychische aandoening. 
4. Op welke manier heb jij in het dagelijks leven te maken met psychologie en psychologische aandoeningen?  
5. Soms worden mensen met een psychische aandoening wel eens gekscherend “gek” genoemd. Wat is volgens jou de definitie van gek?  

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
1. Leg in je eigen woorden uit wat er wordt bedoeld met nature vs. nurture.  

2a. Noem een voorbeeld van gedrag dat een duidelijke biologische oorsprong heeft.  
- Zuigreflex bij baby's, huilen bij baby's, vecht- of vluchtrespons

2b. Noem een voorbeeld van gedrag dat zijn oorsprong vindt in nurture.  
- Taal, kledingstijl, studiegedrag

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
1. Bedenk zelf een voorbeeld van een situatie waarin je de interactie tussen Id, Ego en Superego kan zien. 
Eigen antwoord 
2. Wat is het doel van vrije associatie in de psychoanalytische therapie? 
Vrije associatie is een techniek waarbij de patiënt wordt aangemoedigd om alles te zeggen wat in hem of haar opkomt, zonder enige vorm van censuur of terughoudendheid. Door dit te doen, kunnen verborgen gedachten en gevoelens die anders worden onderdrukt, naar de oppervlakte komen.
3. Freud bedacht psychoanalyse: een vorm van therapie waarbij je vrijuit praatte over je dromen, gevoelens en ervaringen, om er zo achter te komen wat er zich in het onderbewuste afspeelde. Bedenk waarom deze vorm van therapie zou kunnen helpen bij sublimatie.  
Psychoanalyse kan sublimatie bevorderen door onbewuste driften bewust te maken, zodat deze op een positieve en constructieve manier kunnen worden omgezet.
4. De theorieën van Freud worden niet meer gebruikt in hun oorspronkelijke vorm, ze 
zijn achterhaald. Welk inzicht van Freud vind jij de moeite waard om de mens beter te begrijpen, en welke het minst? Leg je antwoord uit.  

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er in dit filmpje?

Slide 8 - Tekstslide

Behaviorisme
John Watson --> Baby Albert
Echte, empirische natuurwetenschap
Studie van gedrag
Black Box
Ivan Pavlov
B. F. Skinner
Klassiek en operante conditionering
Aanleren van bewust gedrag via operante conditionering

Slide 9 - Tekstslide

Klassieke conditionering

Stimulus
Neutraal
Geconditioneerde
Respons
Ongeconditioneerde reactie
Geconditioneerde reactie

Slide 10 - Tekstslide

Operante conditionering

Straffen en belonen
Door gewenst gedrag te belonen, en ongewenst gedrag te bestraffen, word je getraind om je op de juiste manier te gedragen.
Behavioristische therapie zal zich bezighouden met de vraag: welk gedrag wil je afleren, en welk gedrag wil je aanleren? Vervolgens wordt gezocht naar passende bekrachtiging en bestraffing.

Slide 11 - Tekstslide

Kijkvragen
1. Welke vorm van conditionering wordt hier toegepast?
2. Benoem: de stimulus (neutraal en geconditioneerd), ongeconditioneerde reactie en de geconditioneerde reactie.

Lees nu hoofdstuk 4 en beantwoord de vragen bij het hoofdstuk

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Kijkvragen
1. Welke vorm van conditionering wordt hier toegepast?
2. Benoem: de stimulus (neutraal en geconditioneerd), ongeconditioneerde reactie en de geconditioneerde reactie.

Lees nu hoofdstuk 4 en beantwoord de vragen bij het hoofdstuk

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Marshmallow Test:

Doel: Om uitgestelde beloning en zelfbeheersing te onderzoeken.
Benodigdheden: Marshmallows of een andere traktatie.
Procedure: Geef een student een marshmallow en vertel hen dat ze er een tweede kunnen krijgen als ze 10 minuten wachten zonder de eerste op te eten. Observeer hoeveel studenten in staat zijn om te wachten.

Slide 16 - Tekstslide