feedback quiz

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 4

Feedback geven is....

1. Is een boodschap over de persoonlijkheid of prestaties van de ander
2. Is een boodschap over de persoonlijkheid en gedrag van de ander.
3. Is een boodschap over de gedrag of de prestaties van de ander
4. Is een boodschap over de persoonlijkheid

Regels bij feedback geven

1. Benoem meningen, WIJ- vorm toepassen, geef feedback op de persoon en gedrag, geef feedback achteraf.
2. Benoem feiten., Ik- vorm toepassen, geef feedback op gedrag, feedback geven op het juiste moment.

Samenwerken betekent dat je samen met anderen een taak uitvoert om een doel te bereiken.

1. Juist
2. Onjuist

Feedback is terugkoppeling gebaseerd op iemands gedrag of prestatie. Doel: de ander inzicht te geven in zijn/haar gedrag en ontwikkelpunten. Met kritiek geef je aan dat je iets niet goed vindt, je keurt iets af.

1. Dit klopt niet; Feedback is het zelfde als kritiek
2. Dit klopt
3. Dit klopt gedeeltelijk

Welke manier van feedback ontvangen hoort er niet bij?

1. Je neemt een open houding aan
2. Je luistert aandachtig
3. Je stelt vragen als je iets niet begrijpt
4. Je benoemt ook wat de ander beter kan doen

Er kan op verschillende manieren worden gereageerd in de communicatie, op welke heeft jou voorkeur?

Assertief communiceren

subassertief communiceren

agressief communiceren

Wat is er met name nodig voor een positief effect van feedback?

1. Vertrouwen
2. Geduld
3. Eigenheid
4. Rust

Om op een goede manier feedback
te geven kan je de 4G-methode
gebruiken, waar staan de 4G's voor?

Wat kan je het beste doen als feedback onduidelijk voor je is?

1. Het erbij laten
2. Doorvragen aan die persoon
3. Bespreken met iemand anders
4. Ermee aan de slag gaan

Je hebt feedback op twee niveaus Welke antwoord is juist?

1. Inhouds- en bevestigingsniveau
2. Inhouds- en beoordelingsniveau
3. Inhouds- en betrekkingsniveau
4. Alle antwoorden zijn onjuist.

Feedback begin je met....

1. jij
2. ik
3. Zij
4. Wij

Feedback geven

Reflecteren

Intervisie

Zelfbewust communi-ceren

ABCD-reflectiemodel

Assertief

4G'S

Vijf-vragen-methode

Bij opbouwende feedback

1. vertel je duidelijk wat je aan het gedrag van de ander veranderd wilt zien
2. vertel je duidelijk wat je waardeert, wat beter kan en waarom
3. koppel je de informatie van de ene persoon aan de andere terug
4. vertel je duidelijk wat de ander verkeerd doet

Zuhal had haar presentatie gehouden over motiverende gesprekstechnieken bij cliënten. In de presentatie was zij erg snel in haar manier van communiceren. De feedback van de docent was: Probeer voor de volgende keer rustiger te spreken. Hierbij is er sprake van:

1. Positieve en negatieve feedback
2. Negatieve feedback
3. Positieve feedback
4. Alle antwoorden zijn onjuist

Welke manier van feedback ontvangen hoort er NIET bij?

1. Je neemt een open houding aan
2. Je luistert aandachtig
3. Je stelt vragen als je iets niet begrijpt
4. Je benoemt ook wat de ander beter kan doen

Iemand afbranden = Iemand persoonlijk aanvallen, een idee compleet de grond inboren, iemand uitschelden, etc.
Dit is ook een vorm van feedback geven.

1. Waar
2. Niet waar

Er zijn 3 vormen van feedback,
Welke zijn dat?

1. Feedback, Feeddown, feeddeel
2. FeedUP, Feedback, Feedforward

Welke antwoordt is juist?

1. Feedback geef je wanneer jou het beste uitkomt. Je kunt feedback geven over twee tot drie weken.
2. Gebruik de woorden zoals altijd, nooit en/ of overal bij het geven van feedback.
3. Als we kijken naar het betrekkingsniveau dan gaat het over hoe een boodschap opgevat moet worden.
4. Binnen de inhoudsniveau gaat het alleen om de belangen van de feedback gever.

Ik kan goed feedback geven en ontvangen.

1. Ik kan goed feedback geven
2. Ik kan feedback goed ontvangen
3. Ik vind het ontvangen van feedback moeilijk
4. Ik vind het geven van feedback moeilijk

Wat heeft het Johari venster te maken met feedback?

1. Niets
2. Alles
3. Geen idee, ik ken het Johari venster niet
4. Weet ik niet. Ik ken het Johari venster wel, maar zie niet de link

Je kunt feedback geven op (3 antwoorden goed):

1. Houding
2. Gedrag
3. Anderen
4. Jezelf

1. Klopt, zo ervaar ik het ook
2. Feedback ervaar ik zeker niet als een cadeautje
3. Soms wel, soms niet
4. Als ik feedback geef is het altijd een cadeau!

Op een goede manier....

Benoem het gevoel dat het bij je oproept.	Benoem gedrag.
Benoem feiten.	Doseer feedback.
Geef geen waardeoordeel.	Wees correct.
Geef feedback op gedrag, niet op de persoon.	Kies het juiste moment.
Gebruik de ik-vorm.	Vraag of de ontvanger het gedrag herkent.

Feedback ontvangen

1. Beschouw feedback als iets positiefs, je kunt er je voordeel mee doen en er iets van leren.
   
2. Denk erover na, voel je niet meteen aangevallen, maar denk na of de feedback wellicht terecht is.
   
3. Vraag om verduidelijking als je niet helemaal goed begrijpt wat iemand bedoelt.
   
4. Ga niet verdedigen, probeer niet te verklaren waarom je zo doet. Het is belangrijk dat je het gedrag verandert en niet waarom je je op een bepaalde (negatieve) manier gedraagt.
   
5. Neem de ander serieus, feedback is waardevol.
   
6. Maak afspraken over hoe je je in de toekomst zult gedragen, of wat voor verandering nodig is.

Feedback geef je alleen verbaal.

1. Juist
2. Onjuist

Je kunt ook feedback geven op iets wat goed gaat.

1. Juist
2. Onjuist

Waar wil je het nog over hebbe in de les?