unité 4- lesson 6
1 / 52
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Zet in de goede vorm:
Tu (aller) à Eindhoven.
Tu (aller) à Eindhoven.
A
vais
B
vas
C
va
D
allons
Slide 7 - Quizvraag
Zet in de goede vorm:
Mon père (aller) à Paris.
Mon père (aller) à Paris.
A
vais
B
vas
C
va
D
vont
Slide 8 - Quizvraag
Vul de goede vorm van 'aller' in:
je ...
je ...
A
vais
B
alle
C
va
D
vont
Slide 9 - Quizvraag
Vul de goede vorm van 'aller' in:
on ...
on ...
A
alle
B
va
C
allons
D
allez
Slide 10 - Quizvraag
Het werkwoord ''aller'' + de voorzetsel ''à'' geeft de richting aan
A
Vrai
B
Faux
Slide 11 - Quizvraag
Hoe kan je in het Frans over toekomstige plannen praten
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Hoe maak je de ontkenning in het Frans ook alweer?
De ontkenning/
la négation
la négation
Slide 17 - Woordweb
Uit welke woorden bestaat de ontkenning
A
alleen pas
B
alleen ne
C
ne/n' pas
D
no pas
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent de ontkenning ne...pas?
A
geen
B
niet
C
nooit
D
niet meer
Slide 19 - Quizvraag
Maak ontkennend:
Anna habite à Toulouse.
A
Anna ne habites pas à Toulouse
B
Anna n' habites pas à Toulouse
C
Anna ne habite pas à Toulouse
D
Anna n' habite pas à Toulouse
Slide 20 - Quizvraag
Maak ontkennend:
Elle va à l'école
A
Elle n'va pas à l'école
B
Elle ne va pas à l'école
C
Elle ne pas va à l'école
Slide 21 - Quizvraag
Maak ontkennend:
Adrien a de nouveaux amis.
A
Adrien n'a de nouveaux amis.
B
Adrien n'a pas de nouveaux amis.
C
Adrien a ne de pas nouveaux amis.
D
Adrien a de nouveaux ne amis pas.
Slide 22 - Quizvraag
Maak ontkennend:
Ils vont à la plage.
A
Ils n'vont pas à la plage.
B
Ils ne vont pas à la plage.
C
Ils ne pas vont à la plage.
Slide 23 - Quizvraag
Maak de zin ontkennend:
Charles a 15 ans.
Slide 24 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
Charles aime le foot.
Slide 25 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
Charles a un chat.
Slide 26 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
Elles ont 13 ans.
Slide 27 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
C'est une voiture.
Slide 28 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
Tu parles néerlandais.
Slide 29 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
c'est possible
Slide 30 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
C'est ma famille.
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Sleepvraag
Kies de juiste vertaling: Mon école est ''tout près'' , à 100 mètres
A
Eerste
B
Dichtbij
Slide 34 - Quizvraag
Après les cours, on va à la piscine. "D'accord'' ?
A
Oké
B
Jammer
Slide 35 - Quizvraag
Tu as un examen demain ? ''Bonne chance !''
A
Succes!
B
Naar links!
Slide 36 - Quizvraag
Là-bas, ''tu prends'' la rue à gauche
A
Jij neemt
B
Jij verhuist
Slide 37 - Quizvraag
Il y a des croissants énormes à ''la boulangerie.''
A
De slaapkamer
B
De bakker
Slide 38 - Quizvraag
L'arrêt de bus est dans ''la deuxième'' rue à droite.
A
Tweede
B
Rechtdoor
Slide 39 - Quizvraag
Pierre a une nouvelle maison. Il va ''déménager'' demain.
A
Uitzien op
B
Verhuizen
Slide 40 - Quizvraag
Ces photos de 1900 sont en noir et ''blanc.''
A
Wit
B
Blauw
Slide 41 - Quizvraag
Slide 42 - Tekstslide
De vrouw herhaalt: « Je vais tout droit, jusqu'aux feux ». Wat betekent ''Je vais''
Slide 43 - Open vraag
Welke straatnaam wordt gespeld?
A
La rue Alibert
B
La rue Alibaire
Slide 44 - Quizvraag
Choisis la bonne réponse. Kies het juiste antwoord.
Hoe moet de vrouw lopen?
Hoe moet de vrouw lopen?
A
Rechtdoor tot aan de stoplichten
B
Rechtsaf bij de stoplichten
C
Linksaf bij de stoplichten
Slide 45 - Quizvraag
Aurélie vertelt de vrouw hoe zij daarna verder moet. Selecteer de tekening die haar antwoord goed weergeeft.
A
B
Slide 46 - Quizvraag
Clémence woont dichtbij
A
Vrai
B
Faux
Slide 47 - Quizvraag
Clémence woont tegenover een supermarkt
A
Vrai
B
Faux
Slide 48 - Quizvraag
Clémence woont in een vrijstaand huis
A
Vrai
B
Faux
Slide 49 - Quizvraag
Wat zegt Clémence over haar kamer? Noem minimaal twee dingen.
Slide 50 - Open vraag
Dialoog 4
Dialoog 3
Dialoog 2
Dialoog 1
La boutique Zara
Le parking
Une boulangerie
Le MacDo
Un arrêt de bus
Slide 51 - Sleepvraag
Le MacDo
Un arrêt de bus
Le parking
La boutique Zara
