Quiz Woordenschat HS 1 t/m 4

Quiz Woordenschat HS 1 t/m 4
beeldspraak, stijlfiguren en stijlfouten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Quiz Woordenschat HS 1 t/m 4
beeldspraak, stijlfiguren en stijlfouten

Slide 1 - Tekstslide

Welke stijlfiguur herken je?
climax, drieslag, enumeratio, opsomming in drieën, omgekeerde climax, repetitio

Slide 2 - Tekstslide


Eerst wilde de gemeente een vijver aanleggen in het park, toen werd het een meer en nu lijkt het wel op een zee.
A
drieslag
B
repetitio
C
climax
D
omgekeerde climax

Slide 3 - Quizvraag


De uitspraak ‘Veni, vidi, vici’ zou door Caesar (100 – 44 v Chr.) zijn gedaan in een brief aan de Senaat.
A
drieslag
B
enumeratio
C
climax
D
opsomming in drieën

Slide 4 - Quizvraag


In de brugklas kreeg Desi voor haar boekpresentatie als eindbeoordeling uitstekend, in de tweedeklas een goed en in de derde klas een voldoende.
A
enumeratio
B
drieslag
C
repetitio
D
omgekeerde climax

Slide 5 - Quizvraag


Wat als graven graven graven?
A
repetitio
B
climax
C
drieslag
D
enumeratio

Slide 6 - Quizvraag

Welke stijlfiguur herken je?
eufemisme, understatement, litotes, hyperbool

Slide 7 - Tekstslide


Zijn grootmoeder is op 96-jarige leeftijd heengegaan.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool

Slide 8 - Quizvraag


Nadat het dorpje was overstroomd door het regenwater, zei de weerman: "Ach, het heeft iets meer geregend dan gebruikelijk."
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool

Slide 9 - Quizvraag


We kregen een torenhoge rekening van de loodgieter.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool

Slide 10 - Quizvraag


"Het is wel een beetje koud vandaag", zei de skileraar op de dag dat het -15 graden Celsius was.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool

Slide 11 - Quizvraag


In de herfstvakantie heb ik me geenszins verveeld.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm van beeldspraak herken je?

metafoor, vergelijking, personificatie, metoniem, asyndetische vergelijking, homerische vergelijking en synesthesie

Slide 13 - Tekstslide


Gisteravond verloor Groningen met 1-3.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking
D
metoniem

Slide 14 - Quizvraag


Maria rende naar haar vader, die in zijn nieuwe auto de straat in reed, zo enthousiast als een hinde die het voorjaar ruikt en de waterbron opzoekt om haar dorst te lessen.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
vergelijking
D
synesthesie

Slide 15 - Quizvraag


Flora's ogen, fijn kristal, schitterden in het zonnetje, toen zij op het terras een cappuccino dronk.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
vergelijking
D
synesthesie

Slide 16 - Quizvraag


Het voorgeschotelde diner bood een kleurrijk geheel aan smaken.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
vergelijking
D
synesthesie

Slide 17 - Quizvraag


Dit verhaal grijpt je naar de keel.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking
D
metoniem

Slide 18 - Quizvraag


In de pauze lijkt de aula wel een mierennest.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking
D
metoniem

Slide 19 - Quizvraag

Welke stijlfouten herken je?

tautologie, pleonasme, contaminatie

Slide 20 - Tekstslide


Haastig liep hij snel naar zijn zitplaats op de tribune.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 21 - Quizvraag


De overstap van havo naar vwo bleek voor haar een stap te ver gegrepen.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 22 - Quizvraag


Redouan ging gisteren na schooltijd nog een rondje wandelen, want het was immers mooi weer.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 23 - Quizvraag


In de natte regen fietsten we naar onze oma in het bejaardentehuis.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 24 - Quizvraag


Ik heb een paracetamol genomen, maar ik merk er echter nog niets van.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 25 - Quizvraag


Kun je dat laatste even opnieuw herhalen?
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 26 - Quizvraag