In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 39 min
Onderdelen in deze les
Welkom 2 Mavo
Volgens plattegrond zitten
Boek A + Nask schrift + rekenmachine + geodriehoek op tafel
PO voor een deelcijfer: Massa bepalen + Volume
Lezen proef 4 + 5
Klaar? Test Jezelf 2.1 t/m 2.3 maken Online
Slide 1 - Tekstslide
Scheikunde H 2.2 + 2.3
Scheiden van mengsels
Slide 2 - Tekstslide
Welkom 3 Mavo
Volgens plattegrond zitten
Boek A + Nask schrift + rekenmachine op tafel
Opdrachten 3.3 maken 1 t/m 10
Nakijken 3.1 t/m 3.3
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling 2.1
Slide 4 - Tekstslide
Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 5 - Quizvraag
Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 6 - Quizvraag
Dit is een emulsie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Wat zie je ontstaan als je water en olie probeert te mengen zonder emulgator?
A
Emulsielaag
B
Micel
C
Tweelagensysteem
D
Oplossing
Slide 8 - Quizvraag
Welke stof is een GEEN emulsie?
A
Boter
B
Verf
C
Mayonaise
D
Gezicht crème
Slide 9 - Quizvraag
Schuim
Nevel (aerosol)
Rook
Legering
Mengsel van lucht in vloeistof of in vaste stof
Mengsel van 2 of meer metalen
Mengsel van vaste stof deeltjes in gas
Mengsel van kleine druppeltjes vloeistof in gas
Slide 10 - Sleepvraag
3.3 Bezinken
Slide 11 - Tekstslide
Op welke eigenschap berust bezinken?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplossingsvermogen
D
Dichtheid
Slide 12 - Quizvraag
3.3 Filtreren
Slide 13 - Tekstslide
Filtreren is gebaseerd op
A
kookpunt
B
dichtheid
C
massa
D
deeltjes grootte
Slide 14 - Quizvraag
Residu
Filtreerpapier
Filtraat
trechter
Slide 15 - Sleepvraag
Welkom 3 Mavo
In stilte!
Opdrachten 3.3 maken 1 t/m 10
Nakijken 3.1 t/m 3.3
Slide 16 - Tekstslide
Extraheren
Slide 17 - Tekstslide
Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt
Slide 18 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van Extraheren?
A
een laurierblad in pastasaus toevoegen
B
eieren bakken
C
thee zetten
D
koffie zetten
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste omschrijving van oplosbaarheid?
A
Geeft aan of een stof oplost
B
Maximaal aantal gram dat in een vloeistof kan oplossen
C
Het aantal gram stof dat in een liter vloeistof oplost
D
Het aantal gram dat maximaal in een liter vloeistof oplost
Slide 20 - Quizvraag
Lieke heeft een verzadigde zoutoplossing in een bekerglas voor het raam, in de zon gezet. Ze komt na de pauze terug, ze ziet dat er een gedeelte van het water is verdampt. Wat ziet ze nog meer?