2. Stofeigenschappen

2. Stofeigenschappen
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Pak je iPad, boek en pen op tafel.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2. Stofeigenschappen
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Pak je iPad, boek en pen op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Dit gaan we leren:
Je kunt acht stofeigenschappen noemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.

Je kunt op moleculair niveau uitleggen wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel.

Slide 2 - Tekstslide

Welk van deze is wél een stofeigenschap?
A
Vorm
B
Massa
C
Geur
D
Fase

Slide 3 - Quizvraag

Welk van deze voorbeelden is een zuivere stof?
A
Ranja
B
Kristalsuiker
C
Allesreiniger
D
Deodorant

Slide 4 - Quizvraag

Een stofeigenschap is een kenmerk waaraan je een stof kan herkennen. Dit is iets dat niet verandert.

Er zijn acht stofeigenschappen die je sowieso moet kennen (maar er bestaan meer eigenschappen).

Slide 5 - Tekstslide

De meeste stoffen die we gebruiken zijn mengsels. In een mengsel zitten verschillende soorten moleculen.

Voorbeeld: in ranja vind je suikermoleculen, watermoleculen en nog veel meer toevoegingen.

Slide 6 - Tekstslide

Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Je kan gemengde stoffen van elkaar scheiden tot er zuivere stoffen overblijven. Dit heet zuiveren.

Je hebt dan de verschillende soorten moleculen gesorteerd.


Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Doen: het proefje Zout scheiden van zand (bij Lesmateriaal in SOM).
Doel: je past stofeigenschappen en scheidingsmethoden toe om van een mengsel een zuivere stof te maken.
Hoe: je mag met z'n tweeën samenwerken. Je draagt een labjas en een veiligheidsbril. Volg de stappen van het practicumvoorschrift!
Hoe lang: we gaan hier max. 15 minuten mee bezig.
Klaar? Ruim je spullen netjes op en help een ander duo waar nodig.

Slide 8 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
1. Welk van de twee stoffen was oplosbaar in water?

2. Welke stof bleef bij het filteren achter als residu?

3. Van welk verschil in stofeigenschap heb je bij de laatste stap gebruik gemaakt?

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
Noteer in je schrift of document:
- De acht stofeigenschappen die je sowieso moet kennen (leerdoel 1).
- Wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel (leerdoel 2).

Klaar? Maak alvast de huiswerkopgaven (paragraaf 4.1, opdracht 5 t/m 8).

Slide 10 - Tekstslide