H1 Inleiding psychologie/sociologie HWE

1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
Psychologie/sociologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom koos je voor deze richting?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- Waaraan denk je bij het zien van de foto?


Oef. 1 p. 8

Slide 3 - Tekstslide

Dan naar p. 8 opdracht 1 en daarna naar volgende slide (woordweb 'psychologie')
Psychologie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat verwacht je van dit vak?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Psychologie
1.1 Definitie
Het woord 'psychologie' --> afkomstig uit het Oudgrieks:
* 'psyche' = ‘geest’ 
* ‘logie’ = ‘studie’
Letterlijke betekenis psychologie = ‘de studie van de geest’

Wat wordt precies onderzocht? Het gedrag van de mens.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Definitie psychologie
Psychologie:
- een breed veld
- met vele specialismen

maar in wezen is het 'de wetenschap van het gedrag en geestelijke processen'


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk eerst samen onderstaand schema en maak daarna 
oef. 2 + 3 p. 9
                                    Psychologie
uiterlijk waarneembaar GEDRAG
innerlijk gedrag = GEESTELIJKE PROCESSEN
FYSIOLOGISCH gedrag
MENTAAL gedrag
Vb. beweging, lopen, praten...
Vb. hersenscan
Vb. dromen, denken, verlangen...

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oef. 2 + 3 p. 9

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je dat psychologen
overal kunnen werken?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Onderzoeksgebieden
GROEPSWERK (3-4 personen):
- Kies een woordvoerder en een secretaris (deze noteert)
- Bekijk de psychologische tijdschriften, wetenschappelijke artikels (SS) en/of zoek op:
  • Zoek minstens 5 psychologische onderwerpen
  • Geef minstens 5 verschillende onderzoeksgebieden van de psychologie

- Na 10 minuten overloopt de woordvoerder van elke groep
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.

1.2 Onderzoeksgebieden p. 9-10
Er zijn veel specialismen in de psychologie. De belangrijkste gebieden zijn:
- functieleer
- ontwikkelingspsychologie
- persoonlijkheidspsychologie
- klinische psychologie
- sociale psychologie
- arbeids- en organisatiepsychologie

Slide 12 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Functieleer
terrein dat zich richt op de basisfuncties
in de hersenen die in alle gedrag een rol 
spelen:
aandacht, probleemoplossing, geheugen...

Slide 13 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Ontwikkelingspsychologie

bestudeert de 'normale' ontwikkeling van
kind tot oudere
--> hoofdzakelijke thema van dit schooljaar

Slide 14 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Persoonlijkheidspsychologie

bestudeert de persoonlijkheid (hoe
mensen psychologisch verschillen)
--> ook een hoofdstukje over in dit jaar

Slide 15 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Klinische psychologie

diagnostiek + behandeling

Slide 16 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Sociale psychologie

- wat denken, voelen mensen?
- hoe gedragen ze zich onder invloed van 
de aanwezigheid van anderen?
! de tak van de psychologie die het meest bij
de sociologie aanleunt !

Slide 17 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Arbeids- en organisatiepsychologie

bestudeert de mens in relatie tot zijn
werk en werkorganisatie

Slide 18 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Oef. 4 p. 10-12: bereid voor per 2 (of 3) - daarna verbeteren we samen (mondeling)

Slide 19 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.

2. Sociologie p. 13

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociologie?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Wat is sociologie?

Je hebt de korte infovideo gezien?

Wat is volgens jou het grootste verschil tussen psychologie en sociologie?



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Sociologie: groepsverbanden
Wisselwerking en samenhang tussen groepen.

- negatieve invloed 

- positieve Invloed

Vb'en?




Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Sociologie: waarden en normen
Wat je vandaag "normaal" vindt, is mischien over aantal jaren achterhaald. 
Bijvoorbeeld:
  • roken 
  • Sinterklaas
  • sociale Media


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Sociologie : waarden en normen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mannen moeten evenveel mee werken in het huishouden als een vrouw.
0100

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


In Vlaanderen wordt iedereen geaccepteerd.
0100

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Buren moet je helpen als ze hulp nodig hebben.
0100

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil tussen arm en rijk is te groot in België.
0100

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De sociale media hebben het persoonlijke contact tussen mensen veranderd.
0100

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Sociologie : waarden en normen
Maak nu oef. 5 p. 13

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Het verband tussen psychologie en sociologie: wat denk je?

(oef. 6 + 7 p. 14)

Slide 33 - Tekstslide

Aan de hand van de tekening al uitleggen en daarna de oefening pas doen.
Oef. 6 p. 14

Slide 34 - Tekstslide

 pesten op school.

Psychologie richt zich op het gedrag en de gedachten van het individu. Een psycholoog zou bij een pestprobleem bijvoorbeeld onderzoeken waarom de pester zich agressief gedraagt, hoe het slachtoffer zich voelt, en welke emoties en gedachten bij beide betrokkenen spelen. Het gaat hier om de interne processen, zoals angst, onzekerheid, of een laag zelfbeeld, die het gedrag van een persoon beïnvloeden.

Sociologie kijkt naar hoe groepen en sociale structuren invloed hebben op menselijk gedrag. Een socioloog zou pesten benaderen door te kijken naar de sociale relaties en groepsdynamiek binnen de school. Zij onderzoeken hoe groepsdruk, sociale normen, of de schoolcultuur het pestgedrag beïnvloeden. Ze zouden bijvoorbeeld kijken naar de rol van de klas, de schoolregels, en hoe de positie van een leerling binnen de groep van invloed kan zijn op pestgedrag.

Deze situatie toont dus aan dat psychologie zich richt op het individu en zijn innerlijke processen, terwijl sociologie kijkt naar bredere sociale patronen en de invloed van groepen en structuren.

werkloosheid.

Psychologie zou zich richten op hoe werkloosheid een individu beïnvloedt. Een psycholoog zou onderzoeken hoe iemand zich voelt door het verlies van een baan, bijvoorbeeld gevoelens van stress, angst, depressie of een verlies van eigenwaarde. Ze kijken naar de emotionele en mentale impact van werkloosheid op het individu en proberen manieren te vinden om die persoon te ondersteunen in het omgaan met deze negatieve gevoelens.

Sociologie zou werkloosheid benaderen vanuit een breder perspectief door te kijken naar sociale en economische factoren die werkloosheid veroorzaken en in stand houden. Een socioloog zou onderzoeken hoe economische veranderingen, opleidingsniveau, sociale klasse, discriminatie op de arbeidsmarkt, of beleidsmaatregelen van de overheid invloed hebben op werkloosheid. Ze kijken naar hoe verschillende groepen in de samenleving door werkloosheid worden getroffen en hoe dit hun sociale positie beïnvloedt.

sociale media.

Psychologie onderzoekt het effect van sociale media op het individu. Een psycholoog zou bijvoorbeeld kijken naar hoe het gebruik van sociale media iemands zelfbeeld, humeur of stressniveau beïnvloedt. Ze bestuderen hoe “likes” en online reacties iemands emoties en gedrag sturen, of hoe sociale media bij sommige mensen kunnen leiden tot verslaving, eenzaamheid, of angst voor uitsluiting (FOMO – Fear of Missing Out). Het gaat dus om de persoonlijke impact van sociale media op het denken, voelen en handelen van een individu.

Sociologie kijkt naar hoe sociale media het gedrag van groepen en de samenleving als geheel beïnvloeden. Een socioloog zou bijvoorbeeld onderzoeken hoe sociale media communicatiepatronen veranderen, welke rol sociale media spelen in sociale bewegingen, of hoe ze bijdragen aan de verspreiding van informatie (of desinformatie). Ze kijken naar de invloed van sociale media op de sociale interacties tussen verschillende groepen, bijvoorbeeld hoe online platforms nieuwe gemeenschappen vormen of hoe sociale ongelijkheid zich uit op het internet.

Dit voorbeeld toont aan dat psychologie zich richt op het individuele effect van sociale media, terwijl sociologie zich focust op de bredere maatschappelijke impact en de veranderingen in sociale structuren en groepsgedrag.


Oef. 7 p. 15





Geef nu zelf een voorbeeld die het verschil tussen beide wetenschappen duidelijk maakt.

Slide 35 - Tekstslide

 pesten op school.

Psychologie richt zich op het gedrag en de gedachten van het individu. Een psycholoog zou bij een pestprobleem bijvoorbeeld onderzoeken waarom de pester zich agressief gedraagt, hoe het slachtoffer zich voelt, en welke emoties en gedachten bij beide betrokkenen spelen. Het gaat hier om de interne processen, zoals angst, onzekerheid, of een laag zelfbeeld, die het gedrag van een persoon beïnvloeden.

Sociologie kijkt naar hoe groepen en sociale structuren invloed hebben op menselijk gedrag. Een socioloog zou pesten benaderen door te kijken naar de sociale relaties en groepsdynamiek binnen de school. Zij onderzoeken hoe groepsdruk, sociale normen, of de schoolcultuur het pestgedrag beïnvloeden. Ze zouden bijvoorbeeld kijken naar de rol van de klas, de schoolregels, en hoe de positie van een leerling binnen de groep van invloed kan zijn op pestgedrag.

Deze situatie toont dus aan dat psychologie zich richt op het individu en zijn innerlijke processen, terwijl sociologie kijkt naar bredere sociale patronen en de invloed van groepen en structuren.

werkloosheid.

Psychologie zou zich richten op hoe werkloosheid een individu beïnvloedt. Een psycholoog zou onderzoeken hoe iemand zich voelt door het verlies van een baan, bijvoorbeeld gevoelens van stress, angst, depressie of een verlies van eigenwaarde. Ze kijken naar de emotionele en mentale impact van werkloosheid op het individu en proberen manieren te vinden om die persoon te ondersteunen in het omgaan met deze negatieve gevoelens.

Sociologie zou werkloosheid benaderen vanuit een breder perspectief door te kijken naar sociale en economische factoren die werkloosheid veroorzaken en in stand houden. Een socioloog zou onderzoeken hoe economische veranderingen, opleidingsniveau, sociale klasse, discriminatie op de arbeidsmarkt, of beleidsmaatregelen van de overheid invloed hebben op werkloosheid. Ze kijken naar hoe verschillende groepen in de samenleving door werkloosheid worden getroffen en hoe dit hun sociale positie beïnvloedt.

sociale media.

Psychologie onderzoekt het effect van sociale media op het individu. Een psycholoog zou bijvoorbeeld kijken naar hoe het gebruik van sociale media iemands zelfbeeld, humeur of stressniveau beïnvloedt. Ze bestuderen hoe “likes” en online reacties iemands emoties en gedrag sturen, of hoe sociale media bij sommige mensen kunnen leiden tot verslaving, eenzaamheid, of angst voor uitsluiting (FOMO – Fear of Missing Out). Het gaat dus om de persoonlijke impact van sociale media op het denken, voelen en handelen van een individu.

Sociologie kijkt naar hoe sociale media het gedrag van groepen en de samenleving als geheel beïnvloeden. Een socioloog zou bijvoorbeeld onderzoeken hoe sociale media communicatiepatronen veranderen, welke rol sociale media spelen in sociale bewegingen, of hoe ze bijdragen aan de verspreiding van informatie (of desinformatie). Ze kijken naar de invloed van sociale media op de sociale interacties tussen verschillende groepen, bijvoorbeeld hoe online platforms nieuwe gemeenschappen vormen of hoe sociale ongelijkheid zich uit op het internet.

Dit voorbeeld toont aan dat psychologie zich richt op het individuele effect van sociale media, terwijl sociologie zich focust op de bredere maatschappelijke impact en de veranderingen in sociale structuren en groepsgedrag.


Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4. Wetenschap en mensenkennis

oefening 8 p. 15

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Wetenschap en mensenkennis
Mensenkennis = persoonlijke kennis over mensen, verzameld door dagelijkse ervaringen
~ 'Ze zeggen dat...': vb'en?

De ene persoon kan anderen beter inschatten en erop reageren dan anderen. Echter ook vaak verkeerd aanvoelen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Wetenschap en mensenkennis
Verschil tussen mensenkennis en wetenschap?
  • Mensenkennis = subjectief, gebaseerd op gevoelens, vooroordelen, mening...
  • Mensenkennis = weinig kritisch, we stellen nauwelijks vragen bij onze overtuigingen/mening, weinig onderscheid tussen feiten en interpretatie
  • Mensenkennis = gebaseerd op toevallige, persoonlijke ervaringen die we gaan veralgemenen
  • Wetenschap = objectief, kritisch en gebaseerd op onderzoek; systematisch verkregen en geordende, objectieve menselijke kennis

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Wetenschap en mensenkennis
Oef. 9 p.17

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Wetenschap en mensenkennis
Gebaseerd op onderzoek of toevallige, persoonlijke ervaringen...
Stel dat...
  • Je kent iemand die heel zwaar heeft geleden van de scheiding van de ouders.
  • Iemand anders heeft net ervaren dat het weinig invloed had.
  • Waarheid -> representatieve steekproef nemen en wetenschappelijk onderzoek voeren.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Wetenschappelijk onderzoek
= op een systematische en verantwoorde manier proberen een kennisprobleem/kennishiaat in te vullen:

1. (te weinig) bestaande kennis aanvullen/uitbreiden
2. nieuwe kennis verkrijgen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijk onderzoek moet:
- wetenschappelijk relevant zijn
- wetenschappelijk/ethisch verantwoord zijn
- betrouwbaar en valide zijn

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Vijf stappen in wetenschappelijk onderzoek
1. Onderzoeksvraag
2. Onderzoeksmethode
3. Dataverzameling
4. Data-analyse
5. Datarapportage

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 1: Onderzoeksvraag
'WAT gaan we onderzoeken?'
Eerst: goed idee hebben van de onderzoeksvraag waarin je geïnteresseerd bent --> argumentatie reden onderzoek

Hoe komen tot een onderzoeksvraag?
1. grondige literatuurstudie bestaande wetenschappelijke kennis
2. zo komen tot een grondig beargumenteerde probleemstelling
3. hieruit (een) onderzoeksvraag/vragen filteren door je doelen goed af te bakenen

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 2: Onderzoeksmethode
'HOE gaan we dit onderzoeken?'

Straks meer...

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 3: Dataverzameling
'Onderzoek wordt uitgevoerd'
Je verzamelt en categoriseert je gegevens tijdens je onderzoek dat je uitvoert aan de hand van een bepaalde onderzoekstechniek (afhankelijk van of je kwalitatief of kwantitatief tewerk gaat).

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 4: data-analyse
'Onderzoeksgegevens worden verwerkt'
Ruwe data is niet goed om je onderzoeksvraag te beantwoorden.
Aan de hand van data-analyse-methoden (statistiek, thematishe analyse...) ga je je data grondig bekijken en trachten een objectief antwoord te formuleren op je vraag/vragen.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 5: datarapportage
'Onderzoeksgegevens geven een antwoord op onze onderzoeksvraag' (~ discussie)
Na dataverzameling + analyse: bundelen in conclusies die een antwoord geven op je onderzoeksvraag. 
Belangrijk:
- wetenschappelijke en objectieve schrijfstijl
- APA-normen 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf op onderzoek uit...
Ga zelf op onderzoek uit: open het wetenschappelijke artikel 'De rol van exploratie in de cognitieve ontwikkeling' (SS) en vindt de 5 stappen van wetenschappelijk onderzoek.
1. Onderzoeksvraag; 2. Onderzoeksmethode; 3. Dataverzameling;
4. Data-analyse; 5. Datarapportage

Uitdaging: Wie klaar zou zijn, mag eventueel ook een andere tekst openen en weer op zoek gaan (let op: niet in elke tekst is het even duidelijk!).

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Wetenschappelijke onderzoeksmethodes
Oef.10 p.18

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Wetenschappelijke onderzoeksmethodes
  • Interview: open vragen, veel vrijheid en informatie (kwalitatief onderzoek), ev. focusgroep
  • Enquête: gesloten vragen, veel deelnemers mogelijk (kwantitatief onderzoek)
  • Literatuuronderzoek: onderzoek van alle bestaande (wetenschappelijke) kennis, ev. meta-analyse

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Wetenschappelijke onderzoeksmethodes
  • Experiment: enkele begrippen... 
    Onafhankelijke vs. afhankelijke variabele
    Experimentele vs. controlegroep
  • Observatie: natuurlijke omgeving, echt gedrag (?)
  • Psychologische test: (functie van een) individu bestuderen, bv. geheugentest, IQ-test...
Oef. 11-12 p.20 (filmpje in volgende slide)

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksopdrachten: groepswerk
  • In groepjes van 5 leerlingen.
  • Enquête opstellen over 'vrijetijdsbesteding'
  • Minstens 8 vragen en minstens 20 deelnemers
  • Zie onderzoeksvademecum
  • Opletten dat link van enquête beschikbaar is voor iedereen (en naar mij wordt doorgestuurd)!
  • Scorecriteria:  zie scoreformulier
  • Deadline: donderdag 3 oktober

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Wat is sociologie?

= wetenschap/studie over het gedrag van groepen mensen / hoe mensen met elkaar samenleven (in kleine groepen, grote groepen of in de samenleving).

Omgang met elkaar wordt beïnvloed door:
politiek, cultuur -> normen, waarden!
religie, economie
...



Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies