Ordening

Vandaag
  • Basisstof  1 "Steeds kleinere groepen"
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologySecondary Education

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Basisstof  1 "Steeds kleinere groepen"

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1
Leerdoelen:
  1. Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en domeinen
  2. Je kunt cel-kenmerken noemen van planten, dieren, schimmels en bacteriën
  3. Je kunt de groepen benoemen die ontstaan bij verdere verdeling van rijken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 1
Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en domeinen.
Om dat te kunnen moeten we eerst antwoord hebben op de volgende vragen:
  1. Wat is ordenen?
  2. Waarom wordt de natuur ingedeeld?
  3. Hoe wordt die ordening dan gedaan?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is ordenen?
Om logica in de natuur te vinden hebben biologen de wereld ingedeeld in verschillende groepen. 
Dat indelen in verschillende groepen noemt men ook wel ordenen.
Indelen van levende wezens doen biologen op basis van verschillende kenmerken...

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken
We kunnen dus zien of iets wel of niet in dezelfde groep hoort.
Het indelen van levende wezens werkt hetzelfde als het opruimen van jouw kast.
Broeken gaan bij de broeken, katten gaan bij de katten.
Een broek herken je omdat het eruit ziet als een broek. 

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken
Toch zijn die kenmerken niet altijd even zichtbaar...
De eerste indeling van levende wezens (organismen) doen wij op basis van de kenmerken die wij kunnen vinden in de cel.

Kijk maar:

Slide 7 - Tekstslide

A
B
C
D

Slide 8 - Tekstslide

Domeinen
De eerste verdeling wordt gedaan op basis van de kenmerken van de cellen van een organisme.
En hij is erg simpel:
Wel of geen celkern?


Slide 9 - Tekstslide

Domeinen
De cellen mét een celkern noemen wij eukaryoten.

De cellen zonder celkern noemen wij prokaryoten



Slide 10 - Tekstslide

Organismen mét een celkern noemen wij?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 11 - Quizvraag

Organismen zónder een celkern noemen wij?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 12 - Quizvraag

We gaan samen kijken!
Deel de volgende cellen in de domeinen Eukaryoot of Prokaryoot!

Slide 13 - Tekstslide

A
B
C

Slide 14 - Tekstslide

De eerste indeling! 
De eerste indeling, domeinen, ken je nu.
Máár dit is niet de enigste indeling!
want...

Slide 15 - Tekstslide

Rijken
Behalve domeinen zijn er meer indelingen. Kijk maar:

Deze twee organismen horen alletwee bij het domein eukaryoten, maar ze zijn duidelijk niet hetzelfde..

Slide 16 - Tekstslide

Rijken
De indeling van de volgende stap, de rijken, kun je op basis doen van hoe het eruit ziet. Het Hert is duidelijk een dier en de plant is duidelijk een plant 
maar wat nou als het niet duidelijk is?

Slide 17 - Tekstslide

Dit zijn dieren

Slide 18 - Tekstslide

En dit zijn planten...

Slide 19 - Tekstslide

En nu?
Ook de indeling in rijken doen wij , vooral, op basis van cel-kenmerken.
Kijk maar:

Slide 20 - Tekstslide

Plantencel
  1. Celkern
  2. Celwand
  3. Celmembraan
  4. Cytoplasma
  5. Vacuole
  6. Bladgroenkorrels

Slide 21 - Tekstslide

Schimmelcel
  1. Celkern
  2. Celwand
  3. Celmembraan
  4. cytoplasma
  5. Vacuole 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een schimmel- en een plantencel?
Welk kenmerk heeft de één wel en de ander niet?

Slide 23 - Open vraag

Dierencel
  1. Celkern
  2. Celmembraan
  3. Cytoplasma 

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een dierlijke cel en planten- en schimmelcellen?

Slide 25 - Open vraag

Rijken
We kunnen dus het Domein Eukaryoten ook indelen! Die verschillende stappen heten "Rijken"


Slide 26 - Tekstslide

Rijken!

Slide 27 - Tekstslide

Prokaryoten Rijken
Ook het Domein van de prokaryoten kunnen worden ingedeeld in rijken.
Twee verschillende! 
De Archea
en
De Bacteriën!

Slide 28 - Tekstslide

Archea
Bacteriën
Zie jij het verschil?

Slide 29 - Tekstslide

Archea vs Bacteriën
Archea zijn één-cellige organismen, dat betekend dat ze maar uit één cel bestaan. Bacteriën zijn dat ook.
Máár
De verschillen tussen bacteriën en archea zijn niet te vinden in de cel. 
Die zijn alléén te vinden in het DNA. Die zijn van beide van een ander materiaal gemaakt...

Slide 30 - Tekstslide

Prokaryoot of eukaryoot?
In de volgende afbeelding zie je twee verschillende cellen. Welke van de twee is Eukaryoot en welke is Prokaryoot?

Slide 31 - Tekstslide

A
B

Slide 32 - Tekstslide

Extra eukaryoot Rijk
Onder de Eukaryoten vallen de:
  1. Dieren
  2. Planten
  3. Schimmels
én nog één extra organisme:
Protisten

Slide 33 - Tekstslide

De protisten
De protisten zijn eencellige organismen die heel erg lijken op bacteriën en archea met één GROOT verschil:

ZE HEBBEN EEN CELKERN!

Dus ze horen bij de Eukaryoten!

Slide 34 - Tekstslide

Eukaryoten

Slide 35 - Tekstslide

En de rest!
Je kent nu:
 Domeinen Eukaryoot en Prokaryoot
Rijken Dieren, planten, schimmels, protisten, bacteriën en Archea! 

Slide 36 - Tekstslide

Eukaryoten én Prokaryoten

Slide 37 - Tekstslide

Tussenstappen
Na de rijken worden er meer indelingen gedaan! Die hoef je niet te kennen, maar ik laat ze wel zien:

Slide 38 - Tekstslide

Stammen
Elk van de rijken (Dieren, planten, schimmels, protisten, bacteriën en archea) worden weer onderverdeeld in stammen.


Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Klasse
Elk van deze stammen worden ingedeeld in Klassen.

Zoogdieren zijn bijvoorbeeld een klasse.

Slide 41 - Tekstslide

Ordes
Elk van de klassen worden weer ingedeeld in ordes, zoals "vleeseters".
Ordes worden ingedeeld in "families", zoals de beerachtigen.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Geslacht
Geslachten moet je wel weten!
Het heeft niks te maken met mannetje of vrouwtje, maar het betekend dat deze soorten erg nauw aan elkaar verwant zijn.
Een geslacht van beerachtigen zijn bijvoorbeeld de ursus beren.
De geslachtsnaam is altijd de éérste wetenschappelijke naam:

Slide 44 - Tekstslide

Ursus Americanus
Amerikaanse zwarte beer
Ursus arctos
Bruine Beer
Ursus Maritimus
Ijsbeer
Ursus Thibetanus
Aziatische zwarte beer

Slide 45 - Tekstslide

Wanneer een Soort?
Dus het geslacht van deze 4 beren is hetzelfde: maar ze behoren niet tot dezelfde soort. De op één na laatste indeling.

Dieren horen tot dezelfde soort wanneer zij zich kunnen voortplanten én hun nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 46 - Tekstslide

Equus Ferus 
(Paard)
Equus Africanus
(Ezel)

Slide 47 - Tekstslide

Behoren paarden en ezels tot hetzelfde geslacht?
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quizvraag

Muilezel
Dit is een Muilezel. 
Een combinatie tussen een paard en 
een ezel.
Muilezels zijn onvruchtbaar, zij kunnen
dus geen kinderen krijgen.

Slide 49 - Tekstslide

Behoren paarden en ezels tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee

Slide 50 - Quizvraag

Canis Lupus Familiaris
Canis Lupus Lupus

Slide 51 - Tekstslide

Rassen
De meeste wetenschappelijke namen bestaan uit twéé namen, de familie en daarna de soort.

Die van honden en wolven bestaan uit drie namen?

Slide 52 - Tekstslide

Familie: Canis
De hondachtigen!




En nog veel meer!

Slide 53 - Tekstslide

Soort: Lupus
Canis Lupus Dingo
Canis Lupus Lupus
Canis Lupus Familiaris

Slide 54 - Tekstslide

Ras
De derde naam duidt het ras aan!
Dieren die er anders uitzien maar toch tot dezelfde soort behoren delen wij in als "ras".

Deze kunnen dus wél vruchtbare nakomelingen krijgen!

Slide 55 - Tekstslide

Canis Lupus Familiaris
Labrador
Canis Lupus Familiaris
Poodle

Slide 56 - Tekstslide

Canis Lupus Familiaris "Labradoodle"

Slide 57 - Tekstslide