Les: Zuivere stoffen en mengsels

Zuivere stoffen en mengsels
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExactMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 

Slide 2 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 
  • Zuivere stoffen bestaan uit een soort molecuul. 
  • Alle moleculen in een zuivere stof zien er hetzelfde uit.

Slide 3 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 
  • Zuivere stoffen bestaan uit een soort molecuul. 
  • Alle moleculen in een zuivere stof zien er hetzelfde uit.
  • Kristalsuiker is een voorbeeld van een zuivere stof.

Slide 4 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.

Slide 5 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
  • Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen. 
  • De moleculen in een mengsel zien er verschillend uit.

Slide 6 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
  • Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen. 
  • De moleculen in een mengsel zien er verschillend uit.
  • Frisdranken zijn voorbeelden van mengsels.

Slide 7 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen
  1. emulsie: boter 
  2. oplossing: thee
  3. suspensie: chocomelk

Slide 8 - Tekstslide

zuivere stoffen en mengsels
Welke stof voeg je toe om olie en water te mengen.

Geef hiervan een voorbeeld

Slide 9 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

Slide 10 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.

Slide 11 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 

Slide 12 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)

Slide 13 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
Een oplossing blijft ALTIJD gemengd.

Slide 14 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
Een oplossing blijft ALTIJD gemengd.
of vloeistof/gas

Slide 15 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.

Slide 16 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
  • Een voorbeeld van een suspensie is verf.

Slide 17 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
  • Een voorbeeld van een suspensie is verf.

  • Een suspensie is een vloeistof waarin een fijn verdeelde vaste stof zweeft.

Slide 18 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.

Slide 19 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.

  • Als je een suspensie een tijdje laat staan dan zakt de vaste stof naar de bodem.
  • We noemen dit bezinken.

Slide 20 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
AFSLUITING


  • Na het uitvoeren van het practicum 'Oplossingen en suspensies onderzoeken' ga je naar Magister.Me
  • Ga na BRONNEN en kies voor de OPDRACHT Zuivere stoffen en mengsels.
  • Download en maak de opdrachten.
  • Lever de opdrachten in via magister.Me
  • Opdracht vorige keer ingeleverd?

Slide 21 - Tekstslide

3.4 Kookpunt en smeltpunt
PLUS: Stearinezuur smelten en laten stollen
Tijdens het smelten/stollen blijft de temperatuur gelijk. 
(Alleen bij zuivere stoffen)

Slide 22 - Tekstslide

3.4 Kookpunt en smeltpunt
PLUS: Kooktraject van een mengsel
  • Wijn is een mengsel en bestaat voor  12% uit alcohol en voor 88% uit water.
  • Wijn kookt ongeveer bij 80 oC.
  • Wijn heeft geen kookpunt als water of alcohol, maar een kooktraject.
  • Mengsels hebben een kooktraject.

Slide 23 - Tekstslide

3.4 Kookpunt en smeltpunt
Kookpunt versus kooktraject
kookpunt
kooktraject

Slide 24 - Tekstslide

Geen stofeigenschappen
Wel stofeigenschappen
geur
kleur
oplosbaarheid
brandbaarheid
kookpunt
vorm
massa
temperatuur
volume

Slide 25 - Sleepvraag

Wat zien wij hier?
timer
0:10
A
Toepassingsgebieden
B
Gevarensymbolen
C
Niet mengen!
D
Pictogrammen

Slide 26 - Quizvraag

Welk van de onderstaande pictogrammen zal
op een gasfles met butaan staan?
timer
0:10
A
pictogram I
B
pictogram II
C
pictogram III
D
pictogram IV

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent
dit pictogram
timer
0:10
A
Giftig
B
Niet mengen
C
Corrosief
D
Irriterend

Slide 28 - Quizvraag

Een suspensie is
A
Helder
B
Troebel

Slide 29 - Quizvraag

Modderwater is een
A
Suspensie
B
Oplossing

Slide 30 - Quizvraag

Cola is een
A
Suspensie
B
Oplossing

Slide 31 - Quizvraag

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 32 - Quizvraag

Welk mengsel is mayonaise?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 33 - Quizvraag

Welk mengsel is alcohol in
water?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 34 - Quizvraag

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 35 - Quizvraag

In 200 gram water wordt 50 gram suiker opgelost.
Hoe hoog is het massapercentage suiker?
A
4,0 %
B
5,0 %
C
20 %
D
25 %

Slide 36 - Quizvraag

er zit 200 gram zout in een mengsel van zand en zout dat 800 gram weegt.
wat is het massapercentage zout%?
A
20 massa%
B
25 massa%
C
40 massa%
D
4 massa%

Slide 37 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 38 - Quizvraag