In stappen geslacht bepalen
vrouw--> die --> woorden eindigend op e, heit, keit, schaft, ion, ung, tät (die freundschaft)
vrouwelijke persoon- en diernamen ( die Kuh, die Mutter)
onzijdig --> das --> 'het' in NL, verkleinwoorden -chen/-lein ( das Haus, das Mädchen)
man --> der --> Mannelijke persoon- en diernamen ( der Stier, der Bruder)
Dagen, dagdelen, maanden, jaargetijden, seizoenen (der Montag, der April)
Overige woorden vaak mannelijk.