Zo schrijf je een goede alinea
• Zet de belangrijkste informatie in de eerste zin. Dat is de kernzin:
– André Boesberg, geboren in ’s-Hertogenbosch op 26 december 1949, is een Nederlandse jeugdboekenschrijver.
• Vraag je daarna af wat de lezer nog meer moet weten over dit onderwerp. Zet die informatie in de volgende zinnen:
– Sinds 1997 schrijft hij jeugdboeken. Ook geeft hij les op een middelbare school.
• Begin een nieuwe alinea als je over een nieuw deelonderwerp gaat schrijven, bijvoorbeeld het antwoord op de vraag ‘Waarover schrijft hij?’:
– Boesberg schrijft vaak over vroeger. Soms speelt zijn verhaal lang geleden, zoals Pestkinderen. Het boek Koka en de doodsviool van Bidshika gaat over de Tweede Wereldoorlog. In De Duivelskolk wordt de lezer meegenomen naar het einde van de negentiende eeuw. De verhalen zijn spannend en vaak een tikje mysterieus.
Let op: een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel. Binnen een alinea schrijf je de zinnen achter elkaar door.