H2.3 Een huur- of koopwoning

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

--> woningcorporatie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De woningmarkt bestaat uit:
A
huurwoningen
B
koopwoningen
C
huur- en koopwoningen
D
geen van de antwoorden

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer kom je mogelijk in aanmerking voor huurtoeslag
A
je inkomen is te hoog om de huur te betalen
B
je inkomen is te laag om de huur te betalen
C
je bent 17 jaar en je huurt een kamer van vrienden

Slide 5 - Quizvraag

Kosten koper
  • Betaal je extra over de prijs van de woning
  • Deze kosten bestaan uit: overdrachtsbelasting (2% van de koopprijs) en notariskosten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lezen: bladzijde 50 en 51

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent k.k. achter de verkoopprijs van een woning?
A
kies keurig
B
keuze koper
C
keuze klant
D
kosten koper

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer is de koop van een huis definitief?
A
voorlopig koopcontract ondertekend bij makelaar
B
leveringsakte is ondertekend bij makelaar
C
leveringsakte is ondertekend bij notaris
D
voorlopig koopcontract ondertekend bij notaris

Slide 10 - Quizvraag

Als je een koopwoning hebt moet je ozb betalen. Wat betekent deze afkorting
A
onroerendezaakbelasting
B
onroerendeziekenbelasting
C
onroerendezakenbedrag
D
ongelukkenzaakbedrag

Slide 11 - Quizvraag

Aan wie betaal je ozb?
A
het Rijk
B
de Provincie
C
de minister van Financiën
D
de gemeente

Slide 12 - Quizvraag

Maken:
  1. Paragraaf 2.3 maken
  2. Paragraaf 2.4: 1 - 3
  3. Als je helemaal klaar bent: Neem je alle formules en gemaakte rekensommen door vanaf H2.1 - 2.3

Slide 13 - Tekstslide