Tip!
Het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (aan, achter, bij, in, langs, naast, onder, op, over voor etc.)
Let op!
Niet in alle zinnen staat een lijdend voorwerp.
Karst | wilde | de hele avond | zingen.
pv = wilde
wg = wilde zingen
ow = Karst
lv = Wat of wie wilde Karst zingen? Dat staat niet in de zin, dus is er geen lv.