1. Als je verwijst naar 'dat': Datgene wat je daar laat zien
2. Als je verwijst naar 'alles, niets, iets, het enige': Alles wat je zegt klopt.
3. Als je verwijst naar overtreffende trap: Het leukste wat ik ooit gedaan heb.
4. Als je terugverwijst naar de hele zin: Ik sta vroeg op, wat erg veel invloed heeft op mijn humeur.