Klas 2: formuleren H6

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Huiswerk vorige week
  • H6 uitleg: verbanden tussen zinnen aanbrengen
  • Opdracht 5 van schrijfdossier bekijken
  • Maken: H6 blz. 182/183 opdracht 1, 3 en 5

Slide 2 - Tekstslide

Welke theorie hebben we vorige les behandeld?
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Enkelvoudig of samengesteld?
Omdat ik zo'n last had van mijn rug, heb ik een nieuwe bureaustoel gekocht.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het voegwoord in onderstaande zin?
Omdat ik zo'n last had van mijn rug, heb ik een nieuwe bureaustoel gekocht.
A
Omdat
B
rug
C
heb
D
gekocht

Slide 5 - Quizvraag

Huiswerk
  • Vragen over H5 formuleren blz. 92/93, over de vragen van het leesboek of over het schrijfdossier?
  • Deze week feedback op het huiswerk van H5.
  • Antwoordenblad van H3 in Teams.

Slide 6 - Tekstslide

H6: verbanden tussen zinnen blz. 182/183

Slide 7 - Tekstslide

Verbanden tussen zinnen
Verwijswoorden = woorden verwijzen terug naar een woord of een deel van de zin.

Signaalwoorden = woorden waaraan je een bepaald verband herkent.

Slide 8 - Tekstslide

Verwijswoorden
  1. Persoonlijke voornaamwoorden = hij, hem, zij, ze, haar, hen, hun
  2. Bezittelijke voornaamwoorden = zijn, haar, hun
  3. Aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden = deze, die, dit, dat
  4. Waar + voorzetsel (dingen) 
  5. Voorzetsel + wie (personen)

Slide 9 - Tekstslide

Welk verwijswoord is juist?

Ellen en Ricky daar, ... wachten op mij.
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 10 - Quizvraag

Welk verwijswoord is juist?

De tafel ... ik in de folder zag, was helaas uitverkocht.
A
dat
B
deze
C
dit
D
die

Slide 11 - Quizvraag

Welk verwijswoord is juist?

De klasgenoot ... ik samenwerkte, maakte het eerste gedeelte van ons verslag.
A
waarmee
B
met wie
C
die
D
deze

Slide 12 - Quizvraag

Van welk verband is sprake?

Toen ik gisteren inlogde op Teams, zag ik dat mijn rooster van deze week is aangepast.
A
Opsomming
B
Tijd (chronologisch)
C
Tegenstelling
D
Voorwaarde

Slide 13 - Quizvraag

Van welk verband is sprake?

Dat wat de wetenschapper op tv zei, bleek toch niet zo te zijn.
A
Opsomming
B
Toelichting
C
Voorwaarde
D
Tegenstelling

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
  • Maken: H6 formuleren blz. 182/183 opdracht 1, 3 en 5. Maak de vraag van week 5 over je leesboek.
  • Deadline: vrijdag 5 februari
  • Schrijfdossier opdracht 5!
  • Klaar? Upload je werk in Teams (!) en lees dan verder uit je leesboek.
  • Volgende les kun je verder met het huiswerk.

Slide 15 - Tekstslide

Quizizz over signaalwoorden en tekstverbanden

www.joinmyquiz.com

Slide 16 - Tekstslide