Sterke en zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden: gebruik in de v.t. 't kofschip om te bepalen of -te of -de achter de ik-vorm komt.
Ik hoop, ik hoopte. (stam = hop-)
Sterke werkwoorden: werkwoorden waarbij de klinker in de verleden tijd verandert en het voltooid deelwoord eindigt op -en, ook wel onregelmatige werkwoorden genoemd.
Je kunt horen hoe je ze moet schrijven.
Ik loop, ik liep. (klankveranderend)