literaire kenmerken

Literatuur havo 4
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Literatuur havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Nabespreken/ nakijken Huilbaby
hh Literaire kenmerken
tijd, ruimte, vertelperspectief
Oefenen met structuuranalyse

Slide 2 - Tekstslide

huilbaby

Slide 3 - Tekstslide

nabespreken vragen 1-4

Slide 4 - Tekstslide

Tijd

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Aangezien ik het postpakket verwachten kon tussen 08:00 en 17:00 stond ik om klokslag 07:00 bij de deur, om deze plek om 16:45 te verlaten na het sms-bericht dat de bestelling door een onverhoopte vertraging pas de volgende dag tussen 08:00 en 17:00 bezorgd kon worden. ​

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de verteltijd?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de vertelde tijd?

Slide 8 - Open vraag

andere tijd..
tijdsprong (b.v. dmv. een witregel) 
tijdsverdichting en tijdsvertraging
flashforward en flashback

Slide 9 - Tekstslide

Tijdsprong
bv. Een jaar later zag ik hem opnieuw. 

Kan ook met witregel aangekondigd.

Slide 10 - Tekstslide

Tijdsverdichting/ vertraging?
Hij hield zijn pas in; zijn voetzool schraapte over de grond en bleef een moment hangen in de lucht, alsof de eigenaar even niet meer wist waar hij zijn onderdaan neer moest zetten, totdat de hak naast zijn buurman geplaatst werd en de neuzen allebei naar een stel roze pumps wezen.

Slide 11 - Tekstslide

Tijdsverdichting of vertraging?
Hans vertelde me over zijn laatste verovering, Sophieke, maar een week later praatte hij honderduit over Sanne en nog weer een maand later was ook die alweer opgevolgd door Babette en Imane.  

Slide 12 - Tekstslide

ruimte

Slide 13 - Tekstslide

Ruimte geanalyseerd
Bij het onderdeel ruimte wordt verschil gemaakt tussen een functionele ruimte en een symbolisch geladen ruimte. Natuurlijk heb je ook grijsgebieden tussen die twee. 

Slide 14 - Tekstslide

Functionele ruimte
Een ruimte is functioneel wanneer deze bedoeld is om aan te geven om wat voor plek het gaat. 

Bijvoorbeeld: "Ze vond hem voor het aanrecht waar hij lusteloos in een pannetje kippensoep roerde." 

Slide 15 - Tekstslide

Symbolische ruimte
De objecten in een symbolische ruimte hebben meer betekenis dan alleen als signaal waarmee de plek wordt aangeduid. 

Voorbeeld: Onder de drie glas-in-loodramen waren drie kaarsjes aangestoken. Aan de andere kant van de kamer stond een eenvoudige houten kist. 


Slide 16 - Tekstslide

Onder de drie glas-in-loodramen waren drie kaarsjes aangestoken. Aan de andere kant van de kamer stond een eenvoudige houten kist. Welke symbolen lees je?

Slide 17 - Woordweb

Ze hebben me in een maxi-cosi op tafel gezet, tussen de borden met de resten van een thuisbezorgde maaltijd.

Is hier sprake van een functionele ruimtebeschrijving?

Slide 18 - Open vraag

["Binnen in de ruimte van haar Engels ingerichte kamer, zat de vrouw aan haar notenhouten tafel" (uit: Poep) ]

Is dit een functionele ruimtebeschrijving?

Slide 19 - Open vraag

"De kelder is heel erg oud, donker en benauwd. Het plafond is te laag. Je moet gebogen lopen met je hoofd naar beneden. Er zijn verschillende opgezette vogels, die aan hun poten aan het plafond opgehangen zijn." Is dit een functionele ruimte?

Slide 20 - Open vraag

perspectieven

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van die auctoriale verteller?

Slide 24 - Open vraag

open/ gesloten einde
Wanneer noem je een einde nu open? 
En wat is dan een gesloten einde?


Slide 25 - Tekstslide

Story
In een verhaal staat een probleem centraal. Bijvoorbeeld in Het diner proberen de broers Paul en Serge de problemen die door hun zoons, Michel en Rick, ontstaan zijn op te lossen. De zoons hebben een zwerfster vermoord en dit is opgenomen en op YouTube gezet door de adoptiefbroer van Rick. 

Slide 26 - Tekstslide

Gesloten einde
Bij een gesloten einde wordt de centrale verhaallijn afgerond. In het diner wordt bijvoorbeeld alles wat het gezin van Paul en Claire in gevaar brengt onschadelijk gemaakt. Aan het einde is dit gelukt. Daarmee is het een gesloten einde. 

Slide 27 - Tekstslide

Open einde
Een voorbeeld van een open einde vind je in het verhaal Poep. Daar vraagt de man zich af 'waarom heb ik poep gegeten?' Dat mag de lezer vervolgens invullen. Waarom heeft hij dit nu gedaan? 

Slide 28 - Tekstslide

Huilbaby (p. 178)
Lees de laatste pagina van het verhaal. Wat voor type einde heeft Huilbaby?

Slide 29 - Tekstslide

Wat voor einde heeft huilbaby? Leg je antwoord uit.

Slide 30 - Open vraag

Vragen bij huilbaby
Maak vraag 5 t/m 8

Slide 31 - Tekstslide