Les 23 - ruimte

Vandaag
  • Korte herhaling les 22 - tijd (fictie)
  • Les 23 - ruimte (fictie)



Doel: je leert hoe een schrijver spanning creëert met ruimtebeschrijvingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Korte herhaling les 22 - tijd (fictie)
  • Les 23 - ruimte (fictie)



Doel: je leert hoe een schrijver spanning creëert met ruimtebeschrijvingen

Slide 1 - Tekstslide

Les 22 - tijd
Wat is er blijven hangen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is 'chronologisch'?
A
Van begin tot eind
B
Beginnen in het midden
C
Beginnen aan het einde
D
Zonder flashback/flashforward

Slide 3 - Quizvraag

De vertelde tijd is....
A
Hoelang je erover doet om het boek uit te lezen
B
Het aantal bladzijden/zinnen
C
De tijd die in het verhaal verstrijkt
D
Wanneer de tijd versneld wordt

Slide 4 - Quizvraag

Ruimte
= verhaalomgeving

 

echte of verzonnen plek
alle omschrijvingen van de omgeving



Slide 5 - Tekstslide

Ruimte
voorwerpen (de overkokende pan)
geluiden (het geblaf van een hond)
weer en seizoenen (grijze luchten)
tijdperken (de gouden eeuw, een verre toekomst)
culturen (dampende Surinaamse roti)

Slide 6 - Tekstslide

Functie ruimte
spanning creëren

functioneel
sfeer scheppen
benadrukken bepaalde gebeurtenissen
contrasteren


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe zou jij de ruimte in het filmpje omschrijven?

Slide 9 - Open vraag

Omschrijf de ruimte op dit plaatje

Slide 10 - Open vraag

Kijk eens om je heen. Maak een ruimtebeschrijving van jouw ruimte. Gebruik ongeveer 3 zinnen.

Slide 11 - Open vraag

Kortom
Een schrijver kan spanning creëren door functionele ruimtebeschrijvingen.


Het is net alsof je er zelf bij bent!
 

Slide 12 - Tekstslide

Bedankt!

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide