De meeste kleine kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.
1. Noteer de pv, ow, wgpv = luisteren ow = De meeste kleine kinderen wg = luisteren
2. Is er een werkwoord met een vast voorzetsel?
'luisteren naar'
3. Wordt het voorzetsel letterlijk gebruikt?
nee
4. Het zinsdeel dat begint met het vaste voorzetsel, is het voorzetselvoorwerp
naar traditionele sprookjes