1.2 Extreem weer

Paragraaf 1.2: extreem weer
Extreem weer in de VS
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.2: extreem weer
Extreem weer in de VS

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet hoe luchtsoorten invloed hebben op het klimaat in de VS (figuur 8).

Je weet waar extreem weer (tornado’s, hurricanes, stofstormen, blizzards) voorkomt in de VS en waarom daar.


Slide 2 - Tekstslide

Klimaten van Köppen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Luchtsoorten
Luchtsoort = lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid.

5 verschillende luchtsoorten boven Amerika.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waarom ontstaan er zware regens als sterk verschillende luchtsoorten botsen?

Slide 8 - Tekstslide

Boven zee = vochtige lucht
Boven land = droge lucht
Zuiden = warme lucht
Noorden = koele/koude lucht

Grensgebied tussen verschillende luchtsoorten = een front.

Slide 9 - Tekstslide

Lucht stroomt van Hoog naar Laag!
Lage druk gebied = te weinig lucht: stijgt op --> bewolkt, regenachtig.
Hoge druk gebied = teveel lucht: daalt --> helder, blauwe lucht.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Lagedrukgebieden / depressies (botsingen van luchtsoorten) kunnen zorgen voor extreem weer:



  • Tornado: ontstaat waar verschillende luchtsoorten bij elkaar komen (botsen).
  • Tornado Alley

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Lagedrukgebieden / depressies (botsingen van luchtsoorten) kunnen zorgen voor extreem weer:


  • Orkaan/hurricane: ontstaan boven warm zeewater (<26) -> veel verdamping -> botst met koude lucht erboven en wind -> orkaan.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Schaal van Beaufort <-> schaal van Saffir-Simpson

Slide 18 - Tekstslide

Tweedeling VS
  • Westen is droog (door droge wind), oosten is nat (door vochtige wind uit zuiden).
  • de Great Plains (heuvelland Midden-VS) =  overgangsgebied. Onbetrouwbare neerslag > akkerbouw is lastig.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Akkerbouw in de Great Plains
  • Door irrigatie: Ogallala-aquifer (=waterzak onder de grond).
    = snel op, komt weinig bij, dus niet duurzaam.
  • Winter> akkerland ligt braak > wind blaast droog zand omhoog > bij regen > modderstromen (flashfloods).

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten

- Je maak opdracht 1 t/m 8 (bepaalde opdrachten staan al uit);
- Klaar? Je leest 1.3 alvast door;
- Daarmee klaar? Voor een ander vak aan de slag.

Slide 23 - Tekstslide