V2H Fictie les 2
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een hoofdpersoon herken je ...
A
..doordat deze de meeste tekst in een verhaal heeft.
B
..doordat de het verhaal begint.
C
..doordat deze een belangrijk probleem /opdracht heeft.
D
.. doordat iemand hem/ haar voorstelt als de hoofdpersoon.
Slide 2 - Quizvraag
Een bijfiguur heeft als kenmerk:
A
helpt altijd de hoofdpersoon.
B
deze zijn minder belangrijk in het verhaal.
C
heeft geen tekst in het verhaal, wordt alleen maar beschreven.
D
maakt het de hoofdpersoon altijd moeilijk in het verhaal.
Slide 3 - Quizvraag
De leeftijd en achtergrond van een personage zijn voorbeelden van:
A
relaties
B
uiterlijkheden
C
karaktereigenschappen
D
kenmerken
Slide 4 - Quizvraag
Als lezer zijn er twee manieren waarop j e personages kunt leren kennen:
A
serieus en niet serieus
B
door voor te stellen of door voorgesteld te worden door een ander.
C
direct en indirect
D
aardig en onaardig
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wie is de hoofdpersoon in het verhaal Ons ma is een circus?
Slide 8 - Open vraag
Leg uit dat de vader zowel een helper als een tegenstander van Juliette is.
Slide 9 - Open vraag
Leg uit dat de moeder en Louis eerder tegenstanders zijn van Juliette.
Slide 10 - Open vraag
Geef uit het eerste deel van het verhaal (onder het kopje 'Geboren om te schitteren') een voorbeeld van de directe manier waarop je Juliette leert kennen.
Slide 11 - Open vraag
Beschrijf de moeder.Vertel wat je uit het verhaal weet over haar uiterlijk, haar kenmerken, haar eigenschappen en haar relaties.
Slide 12 - Open vraag
Welk vertelperspectief wordt gebruikt in het verhaal 'Ons ma is een circus'?
A
alwetende verteller
B
ik- vertelperspectief
C
hij-/zij
vertelperspectief
D
wisselend perspectief
