H3: fictie personages vertelperspectief

Herhaling fictie
Herhaling theorie fictie blok 1 - blok 5
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling fictie
Herhaling theorie fictie blok 1 - blok 5

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
- Je kunt personages herkennen als hoofdpersoon, helper of tegenstander
- Kun je personages beschrijven
- Kun je het vertelperspectief herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
  • Herhalen theorie personages, vertelperspectieven
  • Lezen verhaal 'Hoela'
  • In groepjes beantwoorden vragen bij 'Hoela'  

Slide 3 - Tekstslide

Fictie is...
A
alles wat verzonnen is.
B
alles wat niet verzonnen is.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is fictie?

A
een krantenartikel
B
het boek 'Spijt' van Carry Slee
C
het dagboek van Anne Frank
D
Op Niveau

Slide 5 - Quizvraag

Personages
Personages kun je op drie manieren leren kennen:
  • Door wat ze zeggen en doen;
  • Door wat ze denken en voelen;
  • Door wat anderen over hen zeggen of denken.

Hoofdpersonen leer je vaak op alle drie de manieren kennen, bijfiguren niet.

Slide 6 - Tekstslide

Blok 3: Personages
blz. 108-109

  • Hoofdpersonen
  • Bijfiguren
  • Relaties
  • Beschrijven personages

Slide 7 - Tekstslide

Bekende
hoofdpersonen

Slide 8 - Woordweb

Vertelperspectief
Als je een verhaal leest, wordt het verhaal aan jou gepresenteerd vanuit een bepaald standpunt. Dit noem je het vertelperspectief.
Je kent de volgende vertelperspectieven:
  • Ik-vertelperspectief
  • Personaal vertelperspectief
  • Auctoriaal vertelperspectief

Slide 9 - Tekstslide

Bij een auctoriaal vertelperspectief is er een 'alwetende verteller'. Deze alwetende verteller:
A
weet niks en neemt deel aan het verhaal
B
weet alles en neemt deel aan het verhaal
C
weet niks en neemt geen deel aan het verhaal
D
weet alles en neemt geen deel aan het verhaal

Slide 10 - Quizvraag

''Jeroen liep door de donkere ruimte, hij was bang wat hem zou kunnen overkomen."
A
ik-vertelperspectief
B
hij/ zij-vertelperspectief
C
alwetende verteller

Slide 11 - Quizvraag

De zin: 'Later zou hij nog vaak aan deze dag terugdenken', kom je tegen bij . . .
A
ik-perspectief
B
alwetende verteller
C
personaal perspectief
D
elk vertelperspectief

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht
  • Luister naar/lees mee met het verhaal 'Hoela' van Cees Nooteboom (zie bestanden in Teams).
  • Beantwoord in groepje vragen in Forms (zie opdrachten in Teams).

Slide 13 - Tekstslide