3.4/3.5 Weet je het nog + meer werkwoorden in een zin.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 3.5 meer werkwoorden in een zin
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat schrijf de zin over, doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen. 

namen van de leerlingen toevoegen 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

namen van de leerlingen toevoegen

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, daarna aan de slag. 

namen van de leerlingen toevoegen

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les; 

- kun je de persoonsvorm benoemen in een zin met meerdere werkwoorden. 

Verdiept arrangement

Aan de slag!

Lees en maak les 3.5 opdr. 11 + 13. 

Ga aan de groepstafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toetsen/lezen/tekene/Smartgame. 

Minicheck: b + i

Quiz mee!

Heb je alle 3 de vragen goed? 

Dan mag je daarna zelfstandig aan de slag. 

Niet alle 3 de vragen goed? 

Niet erg! Doe mee met de instructie. 

Noteer alle werkwoorden uit de zin:
Mike rent naar de supermarkt.

Noteer alle werkwoorden uit de zin:
Wij willen naar een leuke film kijken.

Noteer alle werkwoorden uit de zin:
Mag ik je groene pen lenen?

4. Instructie

Werkwoorden: doe-woorden. LET OP! ook vormen van hebben/zijn/worden horen bij de werkwoorden. 

- Persoonsvorm (PV): hoe vind je die ook alweer?

Er waren 3 manieren. Weet je ze nog?

Buiten de PV kunnen er nog meerdere werkwoorden in een zin staan. 
Kijk en lees mee: 

Hij zag een geel potlood liggen. 

Wat is de PV?

Staan er nog andere werkwoorden in de zin?

Noteer de PV uit de zin:
Gisteren heeft hij de schoen gezet.

Noteer alle werkwoorden uit de zin:
Gisteren heeft hij de schoen gezet.

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 3.5 opdr. 11 + 12 op blz. 103 + 104. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Kom aan de instructietafel zitten. 

Dan gaan we samen aan de slag. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt : les 3.5 

B/I: opdr. 11 + 12 op blz. 103 + 104.

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Huiswerk: 

vrijdag 26 november 2021 --> Les 3.2/3.3 opdr. 3 t/m 6.

Noteer de PV uit de zin:
Ik kan het me niet voorstellen

Noteer alle werkwoorden uit de zin:
Ik kan het me niet voorstellen

Noteer de PV uit de zin:
Ik moest al mijn huiswerk nog maken

Noteer alle werkwoorden uit de zin:
Ik moest al mijn huiswerk nog maken

Afsluiting

- Ruim je boek en schrift van NE op als je klaar bent en alle opdrachten hebt nagekeken.

Volgende lesuur: arrangementtijd.