2.4, 2.6 en de toets

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

2.4 t/m 2.6:  Zelf doen! 

Bekijken en leren leren van de vorige formatieve toets. (1.1, 2.1 en 2.2)
        Ga kijken bij de uitgedeelde lessen in LessonUp. Hier vind je je cijfer en
        kan je zien wat je goed en wat je fout hebt gedaan. Leer hiervan!

Kippenvleugel ontleden (snijpracticum spieren bekijken) Bij 2.3

Blessures (samen een samenvatting maken van 8 blessures) Bij 2.4

Uitleg 2.4 deel 2: blessures voorkomen en een goede lichaamshouding.

2.6 deel 1: Dieren: Skelet en leefwijze (opdr. 1 t/m 13)

Extra info en om te oefenen: 2.5 Trainen voor de sprint (opdr 1-12) en 2.6 vanaf 'waardoor zijn ongewervelde dieren stevig' mag je doen (opdr. 14-24)

2.4 Blessures

leerdoelen: 

Je leert hoe blessures ontstaan en hoe je ze kan voorkomen

Je leert in groepjes verschillende blessures te onderscheiden

Je leert waarom een goede lichaamshouding belangrijk is

Blessures

Een blessure is een beschadiging aan een bot, gewricht of spier.

Het kan gebeuren door te vallen of door overbelasting door te zwaar te tillen, te ver door te draaien of te langdurig een beweging uit te voeren

Hiernaast zie je welke lichaamsdelen kans maken op een sportblessure. 

Hoe voorkom je blessures?

Beschermende kleding

Intapen 

Warming up

Cooling down.

Lichaamshouding

Voorkom blessures en een hernia door altijd met een rechte rug (dubbele S-vorm) te tillen en je spieren goed te gebruiken

Hernia

Een hernia is een uitpuiling van een schijfje tussen je wervels. 

Zo'n schijfje heet een tussenwervelschijf en is bij een hernia beschadigd.

Probeer eens in je eigen woorden op te schrijven wat een hernia is

2.4 Zelf aan de slag met sportblessures

Ieder pakt een stencil over de 8 blessures. Maak groepjes van 3. Ga met je groepje aan de slag met 2 blessures (online/boek) Zoek uit en vul in.

Na 20 minuten maken we nieuwe groepen en wisselen we de informatie uit zodat je het hele stencil kan invullen. Je hebt dan een fantastische samenvatting van een groot deel van 2.4 (wel checken met je boek)

2.3 Nakijken. Maken in je werkboek 2.4 (gebruik de teksten online en je ingevulde stencil). Dit is huiswerk voor de volgende week. 

2.5 en 2.6 verwerken

2.5 gaat over trainingen. Je leest de teksten en maakt de opdrachten. 

Hier staat geen nieuwe leerstof in maar je oefent met het eerder geleerde door deze interessante onderwerpen. Je mag opdrachten 1 t/m 12 in je werkboek maken.

2.6 gaat over skelet en leefwijze bij dieren. De eerste 3 paragrafen zijn verplicht en je maakt in je werkboek opdrachten 1 t/m 13

De laatste 2 paragrafen zijn ook interessant en mag je bestuderen en maken in je werkboek: opdrachten 14 t/m 24.

De tweede formatieve toets gaat over spieren en dieren: 2.3, 2.4 en 2.6.

2.6 Aan de slag met dieren

2e formatieve toets over 2.3, 2.4 en 2.6 (eerste deel). Daarna:

Neem een stencil over een dier en vul deze samen in voor jullie dier.

Na 15 minuten ruilen we voor een ander dier. Vul nogmaals een stencil in.

Na 15 minuten bespreken we elk dier klassikaal. Vul eventueel jou stencil ondertussen aan. 

          Toets: de echte! 

Wat?    1.1 en 2.1 t/m 2.4 en 2.6 (t/m opdr. 13)
Waar? leerboek (online in Magister bij leermiddelen) en werkboek,
              LessonUp lessen en de papieren die uitgedeeld en mee geoefend zijn

Hoe?   Plan het leerwerk goed: Begin een week van te voren: 

1. Maak samenvattingen per paragraaf van de leerstof met de bronnen, 

2. Leer de samenvatting uit je hoofd. 

3. Oefenen met test jezelf en de oefentoets van H2 of de opdrachten zelf.

Organen, 

Hoe leer je voor de toets?

Bestuderen en samenvatten: 1.1,   2.1,   2.2,   2.3,   2.4 en   2.6
Bestudeer je leerboek en maak een samenvatting met in ieder geval de begrippen (2.4 en 2.6: de stencils). Je kan ook samenvatten maken met Nectar online.

Opnieuw oefenen: de paragrafen en de lessen met opdrachten van LessonUp of de LessonUp Formatieve toetsen nogmaals maken/oefenen.

Meer oefenen: met Nectar online: 2.5,  test jezelf en de oefentoets.