Handelsbalans en Handelsoverschot en -tekort

Handelsbalans en Handelsoverschot en -tekort
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Handelsbalans en Handelsoverschot en -tekort

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les weet je:
- Welke delen van Europa rijk zijn
- Wat een handelsbalans is
-Wat een handelsoverschot is
-Wat een handelstekort is

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat de leerlingen aan het einde van de les zullen weten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort er op de puntjes te staan: Het noorden van Europa is ....
A
Rijk
B
Arm
C
Er tussen in

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort er op de puntjes te staan: Het Westen van Europa is ....
A
Rijk
B
Arm
C
Er tussen in

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort er op de puntjes te staan: Het Zuiden van Europa is ....
A
Rijk
B
Arm
C
Er tussen in

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort er op de puntjes te staan: Het Oosten van Europa is ....
A
Rijk
B
Arm
C
Er tussen in

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De arme landen in Europa waren vroeger:
A
Kapitalistisch
B
Communistisch

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een handelsbalans
Een overzicht van wat een land uitgeeft aan import en uitgeeft aan export.

Handelsoverschot: Als een land minder uitgeeft aan import dan dat het verdient aan export.
Handelstekort: Als een land meer uitgeeft aan import dan dat het verdient aan export.


Slide 9 - Tekstslide

Leg de definitie van de handelsbalans uit en geef een voorbeeld.
Wat is een handelsbalans?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Handelsoverschot/tekort bereken
Export - Import = Handelsoverschot/tekort.
Als het antwoord negatief is is het tekort, als het positief is is het overschot.
Nederland verkoopt 450 miljard euro aan goederen en diensten.
Nederland koop 400 euro aan goederen en diensten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland verkoopt 450 miljard euro aan goederen en diensten (export).
Nederland koopt 400 miljard euro aan goederen en diensten (import)
A
50 miljard euro handelsoverschot
B
50 miljard euro handelstekort

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Italië verkoopt 25 miljard euro aan goederen en diensten.
Italië koopt 35 miljard euro aan goederen en diensten
A
15 miljard euro handelsoverschot
B
15 miljard euro handelstekort
C
25 miljard euro handelsoverschot
D
25 miljard euro handelstekort

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zweden verkoopt 185 miljard euro aan goederen en diensten.
Zweden koopt 200 miljard euro aan goederen en diensten
A
10 miljard euro handelstekort
B
15 miljard euro handelstekort
C
25 miljard euro handelstekort
D
35 miljard euro handelstekort

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schuldencrisis

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies