Spelling Blok 3 (2/4)

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en ga lekker lezen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
- Lekker lezen (10')
- Lesdoelen doornemen (2')
- Terugblik (7')
- Instructie (5')
- Zelf aan de slag (20') 
- Evaluatie (5')

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik (3')

Wat hebben de vorige les gedaan?

Wat weet je nog?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden vormen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordat we beginnen...
Denk samen na over welke meervoudsvormen je al kent. Zet zoveel mogelijk woorden in het meervoud en schrijf op welke verschillende meervoudsuitgangen je kent. 
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee meervoudsvormen
Sommige woorden hebben twee meervoudsvormen met elk een eigen betekenis, bijv.

Been --> been of beenderen?
Portier --> portiers of portieren?

Slide 7 - Tekstslide

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.

Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 8 - Tekstslide

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Meervoud op -ën

Bij woorden die eindigen op -ee of -ie maak je langer met -ën of met -"n (let op de plaats van de klemtoon)

fee = feeën

knie = knieën

bacterie = bacteriën

porie = poriën

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vreemde meervouden
Woorden uit het Latijn hebben soms nog hun Latijnse meervoudsuitgang.

museum = musea

politicus = politic

musicus = musici


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden zonder meervoud

Er zijn  woorden die geen meervoud kennen.

rommel

zand

rijst 

vee


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden zonder enkelvoud

Er zijn  woorden die alleen meervoud kennen en juist

geen enkelvoud.

hersenen

inkomsten


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke meervoudsregel hoort erbij?



aardbei
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke meervoudsregel hoort erbij?


alinea
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke meervoudsregel hoort erbij?



asperge
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke meervoudsregel hoort erbij?



lokaal
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke meervoudsregel hoort erbij?



reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke meervoudsregel hoort erbij?



vrachtauto
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke meervoudsregel hoort erbij?


zebra
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke meervoudsregel hoort erbij?



toverfee
A
meervoud op -en
B
meervoud op -ën
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag!
- Maak opdr. 23 - 25 (blz. 127)
- Klaar? Kijk je werk na voordat je verdergaat.


timer
20:00
Had je alles goed? 
--> Maak de plusopdrachten (paars)
--> Lezen in je leesboek.

Had je meer dan 4 foutjes in de opdrachten?
--> Maak de extra oefeningen (blauw)
--> Maak één van de plusopdrachten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plusopdrachten
Het meervoud van 'blik' is blikken, maar het meervoud van 'dommerik' is dommeriken (met één k).

Zoek uit welke bijzondere spellingsregel hier van toepassing is. Schrijf de resultaten in je eigen woorden op in je schrift.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies