MAVO 3 M-uur ter voorbereiding op herkansing dt 1

Mittwoch, den 17. November
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Mittwoch, den 17. November

Slide 1 - Tekstslide

We gaan oefenen!!!
- haben tt en vt
- sein tt en vt
- voltooid deelwoorden
- bezittelijke voornaamwoorden
- woordenschat


Slide 2 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden!
haben und sein tt

Slide 3 - Tekstslide

(schwimmen) ....... ihr jede Woche?
A
schwimmt
B
schwimt
C
schwimmen
D
schwimmst

Slide 4 - Quizvraag

(haben) Er ..... kein Geld.

Slide 5 - Open vraag

(sein) ...... sie eine gute Lehrerin?

Slide 6 - Open vraag

(haben) .... Sie wirklich keine Ahnung?

Slide 7 - Open vraag

(sein) Ich ...... neunzehn Jahre alt.

Slide 8 - Open vraag

(haben) Du ... einen netten Hund!

Slide 9 - Open vraag

(wohnen) Er ..... in Arnhem.

Slide 10 - Open vraag

(spielen) Sie (ev) ...... zu Hause mit Lego.

Slide 11 - Open vraag

(schwimmen) ....... ihr jede Woche?

Slide 12 - Open vraag

(lernen) Wir ...... zu wenig.

Slide 13 - Open vraag

(machen) ..... ihr morgen etwas?

Slide 14 - Open vraag

Voltooid deelwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Dit staat niet in het filmpje:
verdienen> verdienen> ich habe verdient
bestellen> bestellen> ich habe bestellt
bedienen> bedienen> ich habe bedient

DUS GEEN GE- als er VER- en BE- staat!!!

Slide 17 - Tekstslide

Voltooid deelwoord! Van 'lernen'

Slide 18 - Open vraag

Voltooid deelwoord van 'machen'

Slide 19 - Open vraag

Voltooid deelwoord van 'trainieren'

Slide 20 - Open vraag

Vertaal de woorden!

Slide 21 - Tekstslide

vertaal: de plaatsen

Slide 22 - Open vraag

vertaal de streek

Slide 23 - Open vraag

vertaal: in maart

Slide 24 - Open vraag

vertaal: in de lente

Slide 25 - Open vraag

vertaal: in de zomer

Slide 26 - Open vraag

vertaal: kamperen

Slide 27 - Open vraag

vertaal: de zon schijnt

Slide 28 - Open vraag

vertaal: In het westen is het warmer

Slide 29 - Open vraag

haben und sein vt

Slide 30 - Tekstslide

haben
in de verleden tijd

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide


Im Juli ............. es warm.
A
warst
B
war

Slide 33 - Quizvraag


Im Sommer .............. wir tolles Wetter.
A
waren
B
haben
C
hatten
D
sind

Slide 34 - Quizvraag

Wir (haben)…….geschwommen und (sein)…….nach Hause gelaufen.
A
hatte/war
B
haten/waren
C
hatten/waren
D
hast/sind

Slide 35 - Quizvraag

Bezittelijke voornaamwoorden!

Slide 36 - Tekstslide

Mein of meine Schwester (V)?
A
mein
B
meine

Slide 37 - Quizvraag

Kommen ......(jullie) Eltern auch?
A
euer
B
euere

Slide 38 - Quizvraag

Das sind (onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 39 - Quizvraag

Das ist (mijn) Fahrrad (o).
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 40 - Quizvraag

Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 41 - Quizvraag

Das sind (onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 42 - Quizvraag

Das ist (mijn) Fahrrad (o).
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 43 - Quizvraag

Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 44 - Quizvraag

Voor mij was het goed dit even te herhalen en te oefenen.

Slide 45 - Open vraag