4.4 welvaart en welzijn in Nederland

4.4 welvaart en welzijn in Nederland
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.4 welvaart en welzijn in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

lezen
leerstof op blz 168 en 169

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je:


  • uitleggen waarom bedrijven zich in Nederland willen vestigen.
  • weet je dat Nederland een hoog niveau van welvaart en welzijn heeft.
  • begrijp je waarom Nederland welvarend is.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welzijn
Welvaart
Hoog BBP/hoofd
Naar school gaan
Voldoende voedsel kunnen kopen
Toegang tot zorg
Op vakantie kunnen
Een auto hebben

Slide 5 - Sleepvraag

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 6 - Sleepvraag

Hieronder staan een zin. Welk woord / begrip past daarbij?
De verschillen tussen arm en rijk zijn in dit land wel erg groot
A
Informele sector
B
Regionale ongelijkheid
C
Sociale ongelijkheid
D
Formele sector

Slide 7 - Quizvraag

Hieronder staan een zin. Welk woord / begrip past daarbij?
Dit telt niet mee in het BBP
A
Informele sector
B
Regionale ongelijkheid
C
Sociale ongelijkheid
D
Formele sector

Slide 8 - Quizvraag

Het is een gemiddeld getal
De prijzen verschillen van land tot land
Niet alles wat in een land geproduceerd wordt, is bij de overheid bekend
Ontwikkeling is niet alleen inkomen, maar ook welzijn
Het bbp/hoofd lijkt een handige manier om verschillen in ontwikkeling tussen landen te meten. Toch zitten er ook een paar nadelen aan. Welke uitleg hoort daarbij?

Maak de juiste combinaties tussen nadelen en uitleg.
Vooral in arme landen produceren mensen goederen en diensten voor eigen gebruik
Er zitten tussen de mensen grote verschillen in inkomen
Behalve inkomen spelen ook andere levensomstandigheden een rol in de ontwikkeling van een land
In arme landen kun je voor een dollar veel meer kopen dan in een rijk land

Slide 9 - Sleepvraag

Welk begrip past het beste bij de stelling:

In het noorden van Nigeria kunnen veel mensen niet lezen en schrijven, waardoor zij een lager inkomen verdienen dan de beter opgeleide mensen in het zuiden van Nigeria.
A
Alfabetiseringsgraad
B
Sociale ongelijkheid
C
Regionale ongelijkheid
D
Informele sector

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn grondstoffen?
A
aardolie, aardgas, hout en water
B
hout, water, aardolie en aluminium
C
benzine, aardgas, water en hout
D
zonne-energie, water, wind en aardgas

Slide 11 - Quizvraag

Grondstof
Halffabricant
Eindproduct
Periferie
Semi-Periferie
Centrum

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep de afbeeldingen naar de juiste categorie.
Grondstoffen
Half
fabricaten
Eindproducten

Slide 13 - Sleepvraag

Deze foto gaat over de informele sector. Hoe zie je dat op de foto?
Vul jouw antwoord in op de volgende dia.

Slide 14 - Tekstslide

De foto op de vorige dia gaat over de informele sector.
Hoe zie je dat op de foto?

Slide 15 - Open vraag

Beantwoord deze vraag op de volgende dia

Slide 16 - Tekstslide

Veel inwoners van McAllen gaan shoppen in Reynosa. Waarom is dat voor hen aantrekkelijker dan te winkelen in hun eigen woonplaats?

Slide 17 - Open vraag

lezen
leerstof op blz 170

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Nederland is qua oppervlakte.....
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld

Slide 35 - Quizvraag

Nederland is qua landbouwproductie.....
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld

Slide 36 - Quizvraag

Nederland is qua internationale handel
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld

Slide 37 - Quizvraag

Bedrijven die in Nederland gevestigd zijn noemen we multinationals. Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 38 - Quizvraag

In Nederland werken de meeste mensen in de....
A
landbouw
B
industrie
C
diensten

Slide 39 - Quizvraag

In Nederland is de welvaart en het welzijn....
A
hoog
B
laag

Slide 40 - Quizvraag

In Nederland is de regionale en sociale ongelijkheid...
A
groot
B
klein

Slide 41 - Quizvraag

De Nederlandse handelsbalans is....
A
positief
B
negatief

Slide 42 - Quizvraag

Nederland is .... lagelonenland.
A
wel een
B
geen

Slide 43 - Quizvraag

Als er bij het maken van een product veel mensen nodig zijn, dan noemen we dat......
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 44 - Quizvraag

Als er bij het maken van een product veel mensen nodig zijn, dan noemen we dat......
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide