H5 is er werk voor jou? 3BK
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke zin is onjuist?
A
Als scholier doe je meestal ongeschoold werk.
B
Inkomen is een arbeidsmotief
C
Jezelf ontwikkelen is een arbeidsmotief.
D
Iemand die ongeschoold werk doet heeft geen arbeidsmotief.
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting CAO?
Slide 3 - Open vraag
Brutoloon: € 2.100, loonbelasting: € 190, sociale premie: € 65,-.
Bereken het nettoloon.
Noteer alleen je antwoord zonder euroteken.
Bereken het nettoloon.
Noteer alleen je antwoord zonder euroteken.
Slide 4 - Open vraag
Onder welke productiesector valt de Ikea?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector
Slide 5 - Quizvraag
Is de stelling juist of onjuist?
Als zzp'er mag je geen personeel aannemen, een eenmanszaak mag dat wel.
Als zzp'er mag je geen personeel aannemen, een eenmanszaak mag dat wel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Wat doet het UWV niet?
A
ww-uitkeringen regelen
B
werklozen registreren
C
aow-uitkeringen regelen
D
werklozen helpen met zoeken naar een nieuwe baan
Slide 7 - Quizvraag
'Personeel heeft niet de juiste opleiding.'
Hoe noemen we deze vorm van werkloosheid?
Hoe noemen we deze vorm van werkloosheid?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van frictiewerkloosheid?
A
In de provincie Groningen wonen de meeste werklozen.
B
Cindy heeft niet meteen een baan, nadat ze haar mbo-diploma heeft gehaald.
C
Philips stopt met het maken van verouderde producten
D
Vanwege de slechte zomer heeft de horeca minder personeel nodig.
Slide 9 - Quizvraag
Welke wet verbiedt het onderscheid maken op basis van geslacht of religie?
A
Algemene wet gelijke behandeling
B
Algemene ouderdomswet
C
Wet discriminatie
D
Werkloosheidswet
Slide 10 - Quizvraag
Vanaf welke leeftijd geld het minimumloon?
A
Geen leeftijd, is voor iedereen.
B
16 jaar
C
18 jaar
D
21 jaar
Slide 11 - Quizvraag
Arbeidsdeelname, het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking hoort.
Welk begrip pas hierbij?
Welk begrip pas hierbij?
A
Arbeidsmarkt
B
Arbeidsparticipatie
C
Beroepsbevolking
D
Flexibele baan
Slide 12 - Quizvraag
Een bakkerij hoort tot de productiesector ...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector
Slide 13 - Quizvraag
Welk cijfer verwacht je te behalen voor je toets?
