H5 is er werk voor jou? 3BKT

H5 is er werk voor jou? 
Login met je eigen voornaam
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5 is er werk voor jou? 
Login met je eigen voornaam

Slide 1 - Tekstslide

Welke zin is onjuist?
A
Als scholier doe je meestal ongeschoold werk.
B
Inkomen is een arbeidsmotief
C
Jezelf ontwikkelen is een arbeidsmotief.
D
Iemand die ongeschoold werk doet heeft geen arbeidsmotief.

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting CAO?

Slide 3 - Open vraag

Brutoloon: € 2.100, loonbelasting: € 190, sociale premie: € 65,-.
Bereken het nettoloon.
Noteer alleen je antwoord zonder euroteken.

Slide 4 - Open vraag

Het minimumloon is vanaf 21 jaar. Iemand van 19 verdient 60% van het minimumloon van € 1.635,00. Wat is de juiste berekening?
A
1635:100*60
B
1635*0,6
C
60% van 1635
D
1635:100*40

Slide 5 - Quizvraag

Onder welke productiesector valt de Ikea?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 6 - Quizvraag

Is de stelling juist of onjuist?
Als zzp'er mag je geen personeel aannemen, een eenmanszaak mag dat wel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welke ondernemingsvorm voldoet aan de volgende kenmerken:
Niet privé aansprakelijk - aandelen vrij verhandelbaar - meerdere eigenaren
A
Eenmanszaak
B
Vof
C
BV
D
NV

Slide 8 - Quizvraag

Zet de 3 eco verschijnselen in de juiste volgorde.
1. Bedrijven hebben meer personeel nodig
2. Er wordt meer geproduceerd
3. De vraag naar producten neemt toe
A
lonen stijgen > 3 > 2 > 1 > meer werkgelegenheid
B
lonen stijgen > 2 > 1 > 3 > meer werkgelegenheid
C
lonen stijgen > 1 > 2 > 3 > meer werkgelegenheid
D
lonen stijgen > 1 > 3 > 2 > meer werkgelegenheid

Slide 9 - Quizvraag

Welke stelling is onjuist?
A
De vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid
B
De beroepsbevolking is tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd
C
Vraag en aanbod van arbeid komt tot stand op de arbeidsmarkt
D
Een voltijdbaan wordt ook wel flexibele baan genoemd

Slide 10 - Quizvraag

Wat doet het UWV niet?
A
ww-uitkeringen regelen
B
werklozen registreren
C
aow-uitkeringen regelen
D
werklozen helpen met zoeken naar een nieuwe baan

Slide 11 - Quizvraag

'Personeel heeft niet de juiste opleiding.'
Hoe noemen we deze vorm van werkloosheid?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van frictiewerkloosheid?
A
In de provincie Groningen wonen de meeste werklozen.
B
Cindy heeft niet meteen een baan, nadat ze haar mbo-diploma heeft gehaald.
C
Philips stopt met het maken van verouderde producten
D
Vanwege de slechte zomer heeft de horeca minder personeel nodig.

Slide 13 - Quizvraag

Welk cijfer verwacht je te behalen voor je toets?

Slide 14 - Open vraag

Oefenen voor de toets?

- Herhalingsopdrachten (blz 148/149)
- Extra rekenen? Opdracht 1, 2 en 3 (blz 152)
- Via leermiddelen -> pincode -> H5 -> oefentoets

Slide 15 - Tekstslide