Cellen en Weefsels + Huid

• Fysiologie
• Beroepsopleiding

Cellen en Weefsels

"The dream of every cell

is to become two cells"

- Francois Jacob

Waar gaat fysiologie over?

1. De bouw en ligging van het lichaam
2. Wat er niet functioneert in het lichaam
3. De werking van het lichaam
4. De bouw en functie van het lichaam

Organisatie niveaus

Cellen

Weefsels

Organen

Orgaanstelsels

Oganisme

Nucleus

De celkern is variabel van vorm (vaak als een rondje getekend in het midden van de cel). Dit is het 'brein' van de cel en regelt de stofwisseling in die cel. Op de celkern vinden we het erfelijk materiaal. Dit is terug te vinden op de chromosomen die uit DNA strengen bestaan, op deze strengen vinden we onze genen. Een klein stukje 'code'. 

Celmembraan

Dit is een dubbele laag bestaande uit vetten en eiwitten. Dit is als het ware de 'huid' van de cel en scheidt deze van de extracellulaire ruimte.

Het celmembraan is essentieel voor de stofwisseling. Deze wand is namelijk semipermeabel. Hierdoor kan er diffusie en osmose plaatst vinden als passieve processen.

Endoplasmatisch reticulum

Een hele mond vol, maar dit is een kanalensysteem en speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van eiwitten, vetten, enzymen en bij het transport van deze stoffen binnen de cel.

Cytoplasma

Dit is een gelei-achtige substantie in de cel en bestaat o.a. uit:

• Water
• Zouten
• Koolhydraten, eiwitten en vetten

Verder vinden we "los" in het cytoplasma de orgaantjes van een cel --> de celorganellen.

Vacuole

Een holte speciaal voor vet opslag

Golgi-apparaat

Een opslag plaats voor stoffen die vanuit het Endoplasmatisch reticulum worden vervoerd. Tevens maakt het Golgi-apparaat zelf uitscheidingsproducten doordat hij de stoffen uit het E.R. verder bewerkt.

Mitochondriën

The powerhouse of the cel!

Deze verzorgen de energie voorziening van de cel. Hier wordt o.a. ons ATP opgeslagen wat we nodig hebben voor beweging

Wat vind je in onze celkern?

1. DNA
2. Cytoplasma
3. Mitochondriën
4. Vacuole

Welke celorganel is verantwoordelijk voor de energie?

1. ATP
2. Mitochondriën
3. Endoplasmatisch Reticulum
4. Vacuole

Intracellulaire ruimte

Intra = in (Denk aan Intratuin = in de tuin)

Dit is de ruimte binnen de cel --> dus binnen het celmembraan

Extracellulaire ruimte

Dit is de ruimte buiten/tussen de cellen. Ook wel de interstitiële ruimte genoemd.

Let op: Dit is dus nog wel IN je lichaam.

Op dit plaatje is het erg ruim opgezet, maar er zit dus ook nog wat ruimte tussen je cellen.

Transport

Actief membraantransport (kost energie)

• Filtratie; in nieren

• Druk; uit haarvaten in weefsels

Passief membraantransport (kost geen energie)

• Osmose
• Diffusie; deeltjes- en vochttransport op basis van concentratieverschillen

Osmose: slak en zout....H2O transport
Diffusie: theezakje, transport kleine moleculen

Diffusie

Osmose

Hoe noemen we de aanzuigkracht van eiwitten?

Diffusie is het verplaatsen van kleinere moleculen van een plaats met hoge concentratie naar een plaats met lage concentratie

1. Waar
2. Niet waar

Histologie

Een complex van soort gelijke cellen met een tussen stof

• Dekweefsel
• Steunweefsel
• Spierweefsel
• Zenuwweefsel
  

Dekweefsel

• Epitheel: bedekkend weefsel....huid

• Endotheel:    bedekking binnenin het lichaam

(organen, vaten & buizen)

• Zintuigepitheel: soorten receptoren

(gebieden waar druk, pijn en temperatuur sensoren liggen)

• Klierepitheel: soorten klieren

(talg-, zweet-, melk- maar ook darmsapklieren)

De longblaasjes zijn bedekt met .....?

1. Endotheelweefsel
2. Epitheelweefsel
3. Zintuigepitheel
4. Klierepitheel

Steunweefsel

• Bindweefsel
• Vetweefsel
• Kraakbeenweefsel
• Botweefsel
  
• Bloed

*Cellen zijn hier gescheiden door een tussenstof

Bindweefsel

• Basismal:  Vorm en stevigheid

Bindweefselcellen:

• Collageen:  Stevigheid

• Elastisch: Elastische vezels
  

• Reticulair : Opvullende en ondersteunende vezels

Mastcellen (mestcellen)

Vetweefsel

Depotvet of reservebrandstof

• (brandstofvoorraad onderhuidsvetweefsel, tussen spieren en in het beenmerg)

Steun- of structureelvet

• (opvulling, stootkussens, positie organen)= visceraal vet

Isolatievet

• (warmte)

Kraakbeen

Elastisch kraakbeen

•     (neusvleugels, oorschelp, strotklepje, elastische vezels)

Hyalien kraakbeen

•     (gewrichtsvlakken, costosternaleverbindingen, ringen luchtpijp, fijne collagene vezels)

Vezelig kraakbeen

•     (discus intervertebralis, symfyse, menisci, dicht op elkaar gedrukte collagene vezels)

1) Dekweefsel

2) Spierweefsel

3) Zenuwweefsel

4) Bindweefsel (steun)

5) Botweefsel (steun)

6) Lymfeweefsel (steun)

7) Bloedweefsel (steun)

Wat is GEEN vorm van kraakbeen?

1. Collageen kraakbeen
2. Elastisch kraakbeen
3. Hyalien kraakbeen
4. Vezelig kraakbeen

Organen

• Twee of meer weefsels die verbonden zijn zodat ze samen een bepaalde functie uitoefenen

• Bijvoorbeeld de Longen:

• Binnenzijde is bekleed met epitheelweefsel
• Ze worden in vorm gehouden door steunweefsel
• In de wand van de longen bevind zich glad spierweefsel
• De longen zijn voorzien van zenuwweefsel

Huid

Hypodermis

De subcutis = onder de huid

Dit is officieel geen huid, maar een vetlaag die vlak onder de huid ligt. Onze opslag plaats

Epidermis

Epi = Op

Dermis = lederhuid

Dit is dus de buitenste laag van de huid en bestaat op zijn beurt weer uit "2" andere lagen:

• Hoornlaag: Dode cellenlaag als bescherming
• Kiemlaag: Dit is DE moederlaag waaruit alle huidcellen 'geboren' worden
  

Dermis

Lederhuid.

In deze laag kom je bindweefsel, bloedvaten, zenuwcellen etc. tegen. De cellen die 'geboren' worden in de epidermis zakken meestal uit tot diep in de dermis.

Hoornlaag

Kiemlaag

Opperhuid

Lederhuid

Onderhuids bindweefsel

Wat zijn functies van de huid?

Warmte prodcutie

• Willekeurige en onwillekeurige spierarbeid
• verbrandingsprocessen

• Warmteafgifte

• Longen (hijgen)
• Koud eten en drinken
• Huid

• Straling    : Uitzending van warmte stralen en ontvangen van warmte stralen
• Geleiding    : Doormiddel van contact wordt warmte geleid van het ene materiaal op het andere.
• Stroming    : Afgifte aan de omringende lucht
• Verdampen: Zweten

Vasoconstrictie en Vasodilatatie

Huid

• Bescherming

• Sensoriek
• Thermoreceptoren    : Kou en warmte
• Mechanoreceptoren    : Tast en druk
• Nocireceptoren    : Pijn receptoren

• Vorming vitamine D: onderhoud + vorming botweefsel   

• Warmteregulatie
  

• isolatie (onderhuids bindweefsel en lucht tussen haren), vasodilatatie en -constrictie, zweetklieren
• Lichaamskern: Inwendige organen, hersenen en dieper gelegen spieren.
• Lichaamsschil: Huid en oppervlakkig gelegen spieren (bufferzone)

Warmteafgifte via de huid kan door...?

1. Straling
2. Geleiding
3. Stroming
4. Verdamping

Hypothalamus

Hypofyse

Warmteregulatiecentrum

Hier wordt alle informatie van de sensoren in het lichaam verzamelt en hieruit volgt een passende reactie:

https: