AFP cellen, weefsels en de huid

Cellen, weefsels en de huid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cellen, weefsels en de huid

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kun je
- beschrijven hoe het celmembraan, het cytoplasma en de celkern zijn opgebouwd en wat hun functie is.
- uitleggen waarom het belangrijk is dat cellen zich delen en hoe de celdeling verloopt
- uitleggen waarin de celdeling van lichaamscellen verschilt van die van geslachtscellen.
- beschrijven hoe X- en Y-chromosomen het geslacht van een baby bepalen.
- opsommen welke vier basistypen weefsel er zijn.
- beschrijven hoe dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel zijn opgebouwd, welke soorten er zijn en wat de kenmerken en taken zijn.

Slide 2 - Tekstslide

De romp

Slide 3 - Tekstslide

Dit  gaat over het lichaam, vanaf de kleinste levende eenheden (cellen) tot de grootste onderdelen (orgaanstelsels)

Om problemen bij zorgvragers te begrijpen moet je weten hoe het lichaam is opgebouwd dit begint bij de cellen

Slide 4 - Tekstslide

Cytoplasma
 Daarin liggen verschillende organellen die elk een eigen taak hebben. 
Celmembraam
Het cytoplasma is omgeven door een celmembraan. Dit membraan laat niet alle stoffen even gemakkelijk door.
Het is semipermeabel wat inhoud dat het halfdoorlatend is (semi = half). Dus sommige stoffen worden wel doorgelaten en sommige niet. 
Celkern
In het cytoplasma ligt de celkern. De celkern bevat DNA en regelt alle processen in de cel.
DNA
In DNA zijn door middel van een soort 'code' onze erfelijke eigenschappen vastgelegd.
Chromosomen
In iedere cel van je lichaam zitten chromosomen. Chromosomen bestaan uit een stof die we DNA noemen.

Slide 5 - Tekstslide

Celkern: De celkern is het regel- en controlecentrum van de cel. De celkern regelt de aanmaak van verschillende eiwitten. De celkern bevat DNA. Het DNA is het erfelijk materiaal van de cel. Elke cel die een celkern heeft, bevat hetzelfde DNA, toch ziet niet elke cel er hetzelfde uit. 
Celmembraam: De membraan beschermt de cel voor de omstandigheden buiten de cel. 
Cytoplasma: heeft vaak een gelachtige consistentie. Zorgt voor de stofwisseling van de cel.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Cellen en weefsels
cellen (kleinste levende bouwstenen)
weefsel (groep van dezelfde cellen bij elkaar)
orgaan (verschillende weefsels die samen een functie uitvoeren
orgaanstelsel (verschillende organen die samenwerken)
menselijk lichaam ( alle orgaanstelsels samen)


Slide 8 - Tekstslide

Cellen en weefsels
Er worden vier groepen weefsels onderscheiden:


Dekweefsel (huid, slijmvlies, klierweefsel)

Steunweefsel (bot-, kraakbeen-, vet- en bindweefsel; bloed)
Spierweefsel      (maken geen nieuwe cellen aan)
Zenuwweefsel   (maken geen nieuwe cellen aan)


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Orgaanstelsels
samenwerkende weefsels vormen een orgaan

Samenwerkende organen vormen een orgaanstelsel 

Slide 11 - Tekstslide

Celdeling: Mitose en Meiose
Mitose: elk chromosoom wordt
exact nagemaakt (gewone celdeling)

Meiose: vindt plaats in de
voortplantingsorganen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

4 groepjes
- beschrijven hoe dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel zijn opgebouwd, welke soorten er zijn en wat de kenmerken en taken zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Zijn de lesdoelen behaald
- beschrijven hoe het celmembraan, het cytoplasma en de celkern zijn opgebouwd en wat hun functie is.
- uitleggen waarom het belangrijk is dat cellen zich delen en hoe de celdeling verloopt
- uitleggen waarin de celdeling van lichaamscellen verschilt van die van geslachtscellen.
- beschrijven hoe X- en Y-chromosomen het geslacht van een baby bepalen.
- opsommen welke vier basistypen weefsel er zijn.
- beschrijven hoe dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel zijn opgebouwd, welke soorten er zijn en wat de kenmerken en taken zijn.

Slide 18 - Tekstslide




                                Vragen

Slide 19 - Tekstslide

zoek op in je boek:

- Celmembraam
-Cytoplasma
- Celkern
- intracellulaire en extracellulaire vloeistof
- Homeostase
- Diffusie + voorbeeld
- Osmose + voorbeeld
- hypertoon, hypotoon en isotoon



- dekweefsel, epitheel en endotheel
- cel differentiatie
- eenlagig epitheel, plaveiselepitheel, kubisch epitheel, cillinderepitheel en trilhaarepitheel
- meerlagig epitheel, verhoornend en niet verhoornend epitheel.
- Bindweefsel + bouw
-vetweefsel, steunweefsel en kraakbeen
-botweefsel
-spierweefsel
- zenuwweefsel







Slide 20 - Tekstslide