Een klant komt met een klacht naar de winkel. Je zegt meteen ‘wacht dan haal ik even mijn baas.
Een klant loopt naar buiten met een zak voer. Precies wanneer hij buiten is, scheurt de zak kapot. De werknemer rent naar buiten en haalt vervolgens een nieuwe zak voor de klant.
Een klant begint te schreeuwen naar je. Jij begint terug te schreeuwen
Een klant geeft aan dat hij vaak lang moet wachten op zijn producten. Jij geeft aan dat je hier achteraan gaat om te kijken waar het aan kan liggen.
Een klant komt met een kapot product. Je zegt ‘zal ik deze van u overnemen dan krijgt u van ons een nieuw product mee naar huis.