Herhaling H1 Mavo

Herhalingsles
Hoofdstuk 1: Wat is maatschappijleer? 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles
Hoofdstuk 1: Wat is maatschappijleer? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
- Herhalingsles H1
- uitwerken kennen en kunnen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sociale ongelijkheid?
A
Groepen mensen die hun rijkdom niet delen
B
Groepen mensen die te lui zijn om te werken
C
Ongelijkheid in hoe de welvaart verdeeld is in een land
D
Ongelijkheid in hoe mensen wonen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ongelijkheid is..
Niet iedereen dezelfde kansen heeft in de samenleving.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen machtsmiddel?
A
Functie
B
Kennis
C
Geld
D
In je eentje zijn

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Machtsmiddelen
Middelen waarmee je het gedrag anderen kunt beïnvloeden. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen zijn:
A
Dingen die mensen belangrijk vinden in het leven
B
Straffen die de overheid oplegt
C
Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen
D
Gevolgen van verschillende belangen

Slide 7 - Quizvraag

Normen = Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Normen..
Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een dilemma is
A
Een manier om mensen voor je te winnen
B
Een positie van macht
C
Een moeilijke keuze met veel voor- en nadelen
D
Een gesprekstechniek

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toename van het wij-gevoel zorgt voor een grotere sociale cohesie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale cohesie
Dat is de "lijm" die mensen verbindt in een samenleving.

Als de 4 bindingen onderling in een samenleving sterk zijn.
politieke binding speelt daarbij het grootste belang. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belang?
A
Iets wat jij belangrijk vindt
B
Een soort wet
C
Een lastige keuze
D
Voordeel dat je ergens van hebt

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een maatschappelijk probleem is pas een maatschappelijk probleem als..
A
Het aan 1 kenmerk voldoet
B
Het aan 2 kenmerken voldoet
C
Het aan 3 kenmerken voldoet
D
Het aan 4 kenmerken voldoet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kenmerken:
1. Het is een probleem waar veel mensen last van hebben.
2. Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaak en oplossing.
3. Het probleem krijgt veel aandacht in de media.
4. De politiek bemoeit zich met een oplossing voor het probleem.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn waarden?
A
De dingen die je belangrijk vindt in het leven
B
Wat je over hebt voor een ander
C
Hoeveel geld je op de bank hebt staan
D
Dat wat anderen van jouw denken

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is macht?
A
Beïnvloeden wat iemand voor waarde en normen heeft
B
Geweld en geld
C
Beïnvloeden wat iemand doet en denkt
D
Jouw baan en overtuigingskracht

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:45
Noem verschillende machtsmiddelen op

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Sociale cohesie is
A
De samenhang tussen mensen
B
De manier waarop mensen naar armoede kijken
C
De verschillen tussen groepen
D
De bevolkingsdichtheid in een stad

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoe dichterbij iemand bij je staat, hoe meer bindingen je met hem/haar hebt.
2. Bindingen zijn nodig voor het functioneren en voortbestaan van de samenleving.

Welke stelling(en) is juist? Kies het goede antwoord.

A
alleen stelling 1
B
alleen stelling 2
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met wie heb je een economische binding?
A
Messi
B
Een politie-agent
C
Je werkgever
D
Je mentor/coach

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met je ouders heb je verschillende bindingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke binding heb je vooral met de docenten ?
A
gevoel
B
politiek
C
economisch
D
kennis

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
Na toiletbezoek je handen wassen
B
Geen afval op straat gooien
C
Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
D
In restaurants geef je een fooi

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goed voorbeeld van een gedragsregel?
A
Handen wassen na het plassen
B
Niet door rood lopen
C
niet een politieagent beledigen
D
Geen geluidsoverlast veroorzaken.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waarom zijn we afhankelijk?
A
We kunnen niet veel zelf
B
we hebben anderen nodig
C
we zijn afhankelijk

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor de maatschappij is:
A
belangengroep
B
sociale omgeving
C
overheid
D
samenleving

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort er NIET bij je sociale omgeving?
A
Je teamgenoten
B
Je collega's op werk
C
Je klasgenoten
D
De slager om de hoek

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jongeren willen zelf bepalen of ze roken of niet.
De overheid wil een rookvrije generatie en verbiedt roken op schoolpleinen.

- Welke waarden herken je bij dit probleem?
A
vrijheid en respect
B
gezondheid en volwassenheid
C
vrijheid en gezondheid
D
privacy en veiligheid.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
kennen en kunnen lijst 
begrippen zijn af. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies