Ook botten, planten, hout gebruikt voor wapens en werktuigen.
Leven in kleine groepen (20 mensen)
Mannen jagen. Vrouwen verzamelen voedsel, maken tenten/kleding, zorgen voor kinderen en maken eten klaar.
Slide 3 - Tekstslide
Jagen-verzamelen is dat je leeft van de jacht op dieren en het verzamelen van voedsel en daarvoor een nomadisch bestaan had. (rondtrekken achter het voedsel aan zonder vaste woonplaats)
Het is een middel van bestaan= is waar je van leeft.
Als voedsel werd verzameld: bessen/vruchten, noten, knollen, wortels, paddenstoelen, eetbare planten.
Slide 4 - Tekstslide
Als wapens werden er gebruikt=>
speren
messen
pijl en boog
bijl
Huiden werden gebruikt voor kleding en tenten.
Botten werden gebruikt voor wapens en werktuigen.
Slide 5 - Tekstslide
Geen vaste woonplaats: nomaden
Trekken achter hun eten aan als er minder van is en door slechter weer.
Eenvoudige hutten, grotten en tenten om in te wonen.
Weinig bezittingen, want je moet alles zelf dragen.
Alleen mannen die goed konden jagen waren belangrijk in de groep=> hadden meer aanzien.
Slide 6 - Tekstslide
Einde ijstijd 10.000 v. Chr. en de gevolgen.
Temperatuur warmer=> IJS, steppen en toendra verdwenen, naaldbossen ontstaan
Mammoeten sterven uit, nieuwe dieren om op te jagen.
Deze periode waarin de wapens en werktuigen van hout, steen en bot noemen we de?
A
kopertijd
B
ijzertijd
C
houttijd
D
steentijd
Slide 11 - Quizvraag
Jager-verzamelaars leefden in kleine groepen, jaagden op paarden, wolharige neushoorns, vogels en vissen, verzamelden bessen, knollen, wortels. Hun wapens waren van bot, steen en hout. Vrouwen kookten, maakten kleding en verzorgden kinderen, mannen jaagden.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Nomaden zijn jager-verzamelaars die rondtrokken achter het voedsel aan.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
jager-verzamelaars hadden weinig bezittingen omdat je alles zelf moest kunnen dragen.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
aan het einde van de laatste ijstijd in 10.000 veranderd het klimaat, hoe?
A
ijs en steppen verdwenen, temperatuur steeg.
B
naaldbossen kwamen ipv de steppen en het ijs door hogere temperatuur.
C
naaldbossen kwamen, mammoeten bleven bestaan
D
naaldbossen kwamen, ijs verdween en steppeklimaat ontstond
Slide 15 - Quizvraag
door beter klimaat kregen jager-verzamelaars het beter hoe?
A
minder rondtrekken en evenveel voedsel
B
meer rondtrekken want er was meer voedsel
C
minder rondtrekken en meer voedsel
D
meer rondtrekken en minder voedsel
Slide 16 - Quizvraag
jager-verzamelaars wisselden door heel Europa kennis, technieken en materialen uit. Dat weten we door?
A
Overal werden dezelfde materialen gebruikt.
B
Er zijn materialen uit Oost-Europa in West-Europa gevonden.
C
Overal in Europa werden de werktuigen gevonden.
D
Wapens en werktuigen lijken op elkaar en zijn op dezelfde manier gemaakt.
Slide 17 - Quizvraag
Toetsvragen:
Leg uit wat we bedoelen met nomaden.
Leg uit waarom het leven van de jager-verzamelaars verbeterde na 10.000 voor Chr.
Vraag 1:
Nomaden zijn mensen die rondtrekken en niet op een vaste woonplaats wonen.
Nomaden zijn mensen die rondtrekken.
Vraag 2:
Het werd warmer en er kwam meer voedsel.
De temperatuur steeg, steppe en ijs verdween en er kwamen meer dieren waardoor er meer voedsel kwam en de jager-verzamelaars langer op 1 plaats konden blijven wonen.
Slide 18 - Tekstslide
Beantwoord het leerdoel:Ik kan uitleggen hoe de jager-verzamelaars leefden. Gebruik daarbij de rendierjagers, waarop zij jaagden, wat ze verzamelden, rolverdeling en groepsgrootte. Wat er na 10.000. v. Chr. veranderde in het klimaat en in het leven van de jager-verzamelaars.