H2 - Grammatica herhaling in groepjes werken

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit
kti@jfc.nl
timer
10:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit
kti@jfc.nl
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

herhalen grammatica tot nu toe

ow, pv, lv, mv, wg, ng en bwb 
hulpwerkwoord, koppelwerkwoord, zelfstandig werkwoord 
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Iedereen gaat in een groepje werken van 4 personen. 
Je krijgt per persoon een zinsdeel of woordsoort toebedeeld. Daarover zoek je informatie op. 
1. zet de informatie in de gedeelde excelsheet 
2. na 10 minuten ga je met de expert van jouw onderwerp uitwisselen
3. daarna ga je terug in groepjes, en leg je jouw onderwerp uit aan je groepsgenoten.
Opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Verzamel zoveel mogelijk informatie over het zinsdeel/zinsdelen die achter jouw naam staan. Zet dat in het gedeeld document bij jouw groepje neer. Gedeeld document vind je in de planner.

Zoek de informatie:
1. in je boek (kijk ook bij de Brug)
2. online, kijk bijvoorbeeld op 
www.onzetaal.nl


Opdracht: deel 1: info verzamelen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Wissel de verzamelde informatie uit met de experts die ook jouw onderwerp hebben. 
Deel 2: expertise uitwisselen
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Ga weer terug naar je groepje. Jij weet alles van jouw onderwerp. Vertel dat aan je groepsgenootjes. Doe dat ombeurten. Natuurlijk mag je je klasgenootje vragen stellen. 
Deel 3: licht jouw groepje in
timer
12:00

Slide 6 - Tekstslide

1. Maak eerst H2 af: woordsoorten koppelww af als je die nog niet af had. 

2. Klaar? Ga dan naar H3 zinsdelen: wg/ng en maak opdracht: 2, 4 en 5. 

Klaar? www.cambiumned.nl 
Aan de slag 

Slide 7 - Tekstslide

Deze week: naamwoordelijk gezegde + kww 

Repetitie grammatica: in week 5 is er een repetitie grammatica (voor de voorjaarsvakantie) 
Toets grammatica: in week 12 (na de voorjaarsvakantie) 

Blijven oefenen met grammatica

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in een zin.
Naamwoordelijk gezegde = alle werkwoorden + eigenschap onderwerp.

- De directeur gooit de bal  = werkwoordelijk gez. 
- De directeur is boos   = naamwoordelijk gez. (want het zegt iets over de toestand van de directeur) 
Naamwoordelijk gezegde

Slide 9 - Tekstslide

Elk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel 

Een naamwoordelijk gezegde heeft ook een naamwoordelijk deel

Werkwoordelijk of naamwoordelijk

Slide 10 - Tekstslide

Elk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel 
Een naamwoordelijk gezegde heeft ook een naamwoordelijk deel

Het werkwoordelijk gezegde =
Alle werkwoorden in een zin (alleen werkwoordelijk deel)
- De bal rolde over het veld

Het naamwoordelijk gezegde =
Werkwoorden + wat erover het OW is of wordt 
(naamwoordelijk deel)
- De bal is  [rond] 
Werkwoordelijk of naamwoordelijk
naamwoordelijk deel
werkwoordelijk deel

Slide 11 - Tekstslide