H2 - Grammatica H2 ws: koppelwerkwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Knuit

[e-mail]

- Grammatica naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoord

Doel: 

- Je verdeelt een zin in zinsdelen.

- Je kunt het zinsdeel naamwoordelijk gezegde benoemen in een zin.

Vandaag in de les:

Wat:  H2 grammatica woordsoort koppelwerkwoord Opdracht 1, 2, 4 en 5 

Klaar? Maak ook de opdrachten 1, 2 en 3 van De Brug Grammatica Zinsdelen achterin je boek

Klaar? ga naar Cambiumned.nl om daar verder te oefenen

Aan de slag:

Een naamwoordelijk gezegde heeft een speciaal werkwoord: koppelwerkwoord

Dat werkwoord koppelt de 'eigenschap' aan het 'onderwerp'. 

Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen 

Je kunt ze allemaal vervangen door het woordje 'zijn'. Eigenlijk is het koppelwerkwoord een soort =-teken. 

Onze docente bleek onvervangbaar // Onze docente = onvervangbaar

De chauffeur werd ongeduldig // De chauffeur = ongeduldig

Hij schijnt lang te zijn // Hij = lang 

Koppelwerkwoord

Is een zinsdeel dat iets zegt over het naamwoord (het onderwerp) en wat diegene is of wordt. 

Naamwoordelijk gezegde: een toestand / eigenschap

Werkwoordelijk gezegde: een activiteit/ iets doen

Naamwoordelijk gezegde

NG of WG? 

NG? Onderstreep NG

Benoem het koppelwerkwoord

Werkwoordelijk deel: alle ww

Naamwoordelijk deel: de naamwoorden

Na de aanslag waren veel reizigers behoorlijk in de war. 

NG

NG? Onderstreep NG

Benoem het koppelwerkwoord

Werkwoordelijk deel: waren

Naamwoordelijk deel: behoorlijk in de war 

Na de aanslag waren (kww) veel reizigers behoorlijk in de war. 

1. Volgende week is een nieuwe deel van de A50 klaar. 

2. Volgende week wordt een nieuw deel van de A50 in gebruik genomen. 

3. Wie zou de nieuwe trainer van Ajax worden? 

4.De bloemen zijn door Andrea heel artistiek geschikt. 

5. De bloemen zijn niet voor begrafenissen geschikt.

Benoem NG/WG, onderstreep NG en benoem KWW

Ga naar cambiumned.nl 

Daar vind je bij grammatica allerlei oefeningen hierover.

Oefeningen af? Door met oefenen?

Deze week: naamwoordelijk gezegde + kww 

Repetitie grammatica: in week 5 is er een repetitie grammatica (voor de voorjaarsvakantie) 

Toets grammatica: in week 12 (na de voorjaarsvakantie) 

Komende tijd:

Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in een zin.

Naamwoordelijk gezegde = alle werkwoorden + eigenschap onderwerp.

- De directeur gooit de bal  = werkwoordelijk gez. 

- De directeur is boos   = naamwoordelijk gez. (want het zegt iets over de toestand van de directeur) 

Naamwoordelijk gezegde

Elk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel 

Een naamwoordelijk gezegde heeft ook een naamwoordelijk deel

Werkwoordelijk of naamwoordelijk

Elk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel 

Een naamwoordelijk gezegde heeft ook een naamwoordelijk deel

Het werkwoordelijk gezegde =

Alle werkwoorden in een zin (alleen werkwoordelijk deel)

- De bal rolde over het veld

Het naamwoordelijk gezegde =

Werkwoorden + wat erover het OW is of wordt 

(naamwoordelijk deel)

- De bal is  [rond] 

Werkwoordelijk of naamwoordelijk

naamwoordelijk deel

werkwoordelijk deel