- Je kunt het zinsdeel naamwoordelijk gezegde benoemen in een zin.
Vandaag in de les:
Slide 3 - Tekstslide
Mijn zoontje is 1,5 jaar. Hij praat nog maar een klein beetje. Soms wel twee woorden, zoals 'mama lief' of 'papa auto'. Dat zijn al taaluitingen met verschillende betekenissen.
Peutertaal
Slide 4 - Tekstslide
Welk werkwoord kan je ertussen zetten?
Mama lief | papa sterk | oma breien | auto vroem
opa lachen | hondje blaffen | Tommie boos |
snoepje lekker |
Peutertaal
Slide 5 - Tekstslide
Pak je schrift en beschrijf deze foto. Daar gebruik je 6 zinnen voor.
Dit doe je in stilte.
Grammatica zinsdelen
Slide 6 - Tekstslide
.
.
De man schreeuwt
Hij heeft een megafoon vast
De jongen wendt zijn gezicht af
De linkerman is bang
De rechterman is erg boos
Het geschreeuw is erg hard
Beschrijving
Slide 7 - Tekstslide
Is een zinsdeel dat iets zegt over het naamwoord (het onderwerp) en wat diegene is of wordt.
Naamwoordelijk gezegde: een toestand / eigenschap
Werkwoordelijk gezegde: een activiteit/ iets doen
Naamwoordelijk gezegde
Slide 8 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in een zin.
Naamwoordelijk gezegde = alle werkwoorden + eigenschap onderwerp.
- De directeur gooit de bal = werkwoordelijk gez.
- De directeur is boos = naamwoordelijk gez. (want het zegt iets over de toestand van de directeur)
Naamwoordelijk gezegde
Slide 9 - Tekstslide
Elk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel
Een naamwoordelijk gezegde heeft ook een naamwoordelijk deel
Werkwoordelijk of naamwoordelijk
Slide 10 - Tekstslide
Elk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel
Een naamwoordelijk gezegde heeft ook een naamwoordelijk deel
Het werkwoordelijk gezegde =
Alle werkwoorden in een zin (alleen werkwoordelijk deel)
- De bal roldeover het veld
Het naamwoordelijk gezegde =
Werkwoorden + wat erover het OW is of wordt
(naamwoordelijk deel)
- De balis [rond]
Werkwoordelijk of naamwoordelijk
naamwoordelijk deel
werkwoordelijk deel
Slide 11 - Tekstslide
Het vogeltje bleek een winterkoninkje te zijn
Slide 12 - Tekstslide
Deze week: naamwoordelijk gezegde
Repetitie grammatica: in week 5 is er een repetitie grammatica (voor de voorjaarsvakantie)
Toets grammatica: in week 12 (na de voorjaarsvakantie)