Thema 6 EBS 8&9 THV

Thema 6
Extra BS 8 
Het zenuwstelsel

Extra BS 9: 
Zenuwcellen


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 6
Extra BS 8 
Het zenuwstelsel

Extra BS 9: 
Zenuwcellen


Slide 1 - Tekstslide

deze les
terugblik
leerdoelen EBS 8 en 9
uitleg
aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Wat is de functie van een zintuig?
A
Impulsen omzetten naar prikkels en naar de hersenen sturen
B
Prikkels maken en doorsturen naar de hersenen
C
Prikkels omzetten naar impulsen en naar de hersenen sturen
D
Impulsen maken en doorsturen naar de hersenen

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen
Na deze les kan je:
  • Beschrijven hoe het zenuwstelsel is opgebouwd
  • Beschrijven hoe impulsen door het lichaam geleid worden
  • Beschrijven hoe een zenuwcel is opgebouwd
  • Drie typen zenuwcellen kunnen noemen met hun functies en kenmerken

Slide 5 - Tekstslide

Functie van zenuwstelsel
Doel: geleiden van alle impulsen
       - naar de hersenen toe
       - van de hersenen af

Waarom?
Bewustwording van prikkels!

Slide 6 - Tekstslide

Zenuwcellen
Zenuwstelsel bestaat uit heel veel zenuwcellen

Slide 7 - Tekstslide

Zenuwcellen
Verschillende soorten cellen:
- Gevoelszenuwcellen
- Bewegingszenuwcellen
- Schakelcellen

Allemaal:
- Cellichaam met celkern
- Eén of meerdere uitlopers
Impuls richting

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel uitlopers heeft een zenuwcel?
A
Maximaal 1
B
1 of meerdere
C
Minimaal 2
D
Een zenuwcel heeft geen uitlopers

Slide 9 - Quizvraag

Route van impulsen
Voorbeeld:
  • 1. Kouprikkel in vinger
  • 2. Prikkel wordt impuls
  • Zenuwen --> ruggenmerg --> hersenen
  • 3. Hersenen nemen kou waar
  • 4. Hersenen sturen impuls naar
  • spier
  • 5. Arm terugtrekken d.m.v. spier

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Waar liggen schakelcellen in het zenuwstelsel?
A
Alleen in het centrale zenuwstelsel
B
Binnen en net buiten het centrale zenuwstelsel
C
Helemaal buiten het centrale zenuwstelsel
D
In de zintuigen

Slide 12 - Quizvraag

Zenuwen
Uitlopers in bundels bij elkaar

- Dun laagje om elke
   uitloper
- Beschermingslaag om
   zenuw

Slide 13 - Tekstslide

Route van impulsen bij
een bewuste reactie
(Je voelt kou en besluit je vingers er uit te halen)

Slide 14 - Tekstslide

Reflexen
Reflex:
Een onwillekeurige (automatische) reactie van spieren op een prikkel

Voorbeeld:
Pupilreflex
Kniepeesreflex

Slide 15 - Tekstslide

Kniepeesreflex
1. Doe 1 been over het andere
2. Tik met je vingertoppen net
onder je knieschijf

Met deze reflex kan je bijv
struikelen voorkomen

Slide 16 - Tekstslide

Route van impulsen bij
een reflex
(Door de prik trek je je hand automatisch terug)

Slide 17 - Tekstslide

Het verschil tussen een bewuste reactie en een reflex is ... ?
A
Bij een reflex is het ruggenmerg niet belangrijk
B
Bij een reflex zijn de zenuwen dikker
C
Bij een reflex gaat de impuls sneller dan bij een bewuste reactie
D
Bij een reflex gaan impulsen niet eerst naar de hersenen

Slide 18 - Quizvraag

Wervelkolom
Wervels beschermen de zenuwen

Slide 19 - Tekstslide

Zorgt voor impulsgeleiding
Beschermd zenuwen in de rug
Geleid impulsen naar centraal zenuwstelsel
Onbewuste reactie op prikkel
Uitstulping van een zenuwcel
Geleid impulsen naar spier
Bundels van zenuwen in de rug
Reflex
Zenuwen
Uitloper
Gevoelszenuwcel
Bewegingszenuwcel
Ruggenmerg
Wervelkolom

Slide 20 - Sleepvraag

Aan de slag
Maak EBS 8 en EBS 9

Slide 21 - Tekstslide