1) Blijf bij de tekst, klopt het wel wat je schrijft?
2) Het moet kloppen met het verhaal wat je uitlegt.
Het kan dus niet zijn dat er opeens iemand WEL in het verhaal zit, terwijl dit niet in het echte geschreven verhaal was.
Voorbeeld goed antwoord:
Camilla had ten eerste even kunnen vragen , wie er voor de deur staat. Ten tweede had ze even haar ouders kunnen bellen om te vragen of ze iemand verwachten en ten derde had ze ook de bel kunnen negeren en gewoon niet open kunnen doen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOMiddelbare schoolLeerjaar 1
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 23 min
Onderdelen in deze les
Vragen over een situatie:
1) Blijf bij de tekst, klopt het wel wat je schrijft?
2) Het moet kloppen met het verhaal wat je uitlegt.
Het kan dus niet zijn dat er opeens iemand WEL in het verhaal zit, terwijl dit niet in het echte geschreven verhaal was.
Voorbeeld goed antwoord:
Camilla had ten eerste even kunnen vragen , wie er voor de deur staat. Ten tweede had ze even haar ouders kunnen bellen om te vragen of ze iemand verwachten en ten derde had ze ook de bel kunnen negeren en gewoon niet open kunnen doen.
Slide 1 - Tekstslide
Les fictie: wanneer is een antwoord goed?
Slide 2 - Tekstslide
Stap 1: Ga naar www.lessonup.app
Stap 2: Log in met OFFICE 365
Stap 3: Je klikt op 'Ja, ik wil deelnemen aan de les'
Welkom!
Voordat de les is begonnen, heb jij:
Slide 3 - Tekstslide
Pak jouw verhaal alvast en een pen!
Slide 4 - Tekstslide
Pak jouw verhaal alvast en een pen!
Slide 5 - Tekstslide
Kun jij uitleggen waaraan een goed antwoord moet voldoen
Kun jij uitleggen hoe ver je bent gekomen met de aantekeningen
Kun jij uitleggen hoe jij je gaat voorbereiden voor de toets.
Terugblik lesdoelen
Na de les, kan jij:
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit waar jou verhaal over gaat. Doe alsof het een toetsvraag is:
Geef antwoord op de volgende vraag hieronder, voordat de les is begonnen (even inloggen in LESSONUP.APP)
Slide 7 - Open vraag
Vragen over:
'Leg kort uit waar het verhaal over gaat'
Voorbeeld goed antwoord:
De indringer is een agressieve indringer die het huis binnendringt bij Camilla. Hij komt zenuwachtig en agressief in het verhaal over.. Dit blijkt wel hoe agressief hij Camilla pijn doet bij het binnendringen van haar huis. Daarnaast is hij ook twijfelachtig en zenuwachtig, zo blijkt dit als hij in de auto met haar zit en soms twijfelt over wat hij moet doen. Soms luistert hij opeens naar Camilla.
Slide 8 - Tekstslide
Vragen over personages
fgfgf
1) Beschrijf eerst wat voor rol hij heeft het in verhaal.
2) Beschrijf daarna iets over het karakter wat blijkt uit het (geduldig, lief, zenuwachtig, agressief, zorgzaam, bijdehand, eigenwijs)
3) Verwijs naar het verhaal --> waaruit blijkt dit dan uit het verhaal?
Geef dus een voorbeeld waaruit blijkt dat de personage ook zo karakter laat zien.
Voorbeeld goed antwoord:
De indringer is een agressieve indringer die het huis binnendringt bij Camilla. Hij komt zenuwachtig en agressief in het verhaal over.. Dit blijkt wel hoe agressief hij Camilla pijn doet bij het binnendringen van haar huis. Daarnaast is hij ook twijfelachtig en zenuwachtig, zo blijkt dit als hij in de auto met haar zit en soms twijfelt over wat hij moet doen. Soms luistert hij opeens naar Camilla.
Slide 9 - Tekstslide
Vragen over: 'hoe zou jij dit aanpakken?
1) Leg uit met volledige zinnen
2) Leg uit waarom je dit wel of niet zou doen.
3) Leg uit wat het met je zou doen als je dit wel of niet zou doen.
4) Heb je geen mening erover, verzin het!
Voorbeeld goed antwoord:
Ik zou zeker in deze 'no escape room' gaan, omdat ik ten eerste niet houd van kleine ruimtes. Ten tweede zou ik sowieso nooit zomaar een pil slikken zonder dat ik weet wat erin ziet. En je neemt toch ook niet zomaar een pil in van een vreemde?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat?
Schrijf in jouw verhaal en maak jouw spiekbriefje Gebruik jouw vragen in Teams
Hoe?
Alleen en in stilte
Hulp
Eerste 5 minuten geen hulp
Tijd?
15 minuten.
Klaar?
Voor jezelf iets doen in stilte
Wat doen we hierna?
Doen we een quiz in Kahoot, dus open alvast Kahoot.
Teams NED> opdrachten
timer
15:00
Slide 13 - Tekstslide
Hoe kun je weten wat de personages voelen of denken?