Les 10 herhalingsles hs 5

Les 10 herhalingsles hs 5
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Les 10 herhalingsles hs 5

Slide 1 - Tekstslide

Organisatie tijd
boeken op tafel
Pen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Lees/ Verwerkingstijd
1. Maak de vragen bij de afsluiting in je dikke werkboek blz. 187-191 in deze volgorde:
vraag 9 blz. 190-191
vraag 2 blz. 188
vraag 5 blz. 188-189


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lestijd 15 minuten

Slide 4 - Tekstslide

WO2 herhaling

Slide 5 - Tekstslide

Blitzkrieg
Hitler wilde geen loopgraven meer
Hitler dacht hoe sneller hoe beter (verrassingsaanval)
Zo snel mogelijk zoveel mogelijk land veroveren

Slide 6 - Tekstslide

D-day en geallieerden 
 6 juni 1944
Aanval op Nazi-Duitsland
Normandië

Slide 7 - Tekstslide

het verzet
Groepen of personen die tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitsers tegenwerkte.
denk aan:
  1. illegale kranten
  2. Joden laten onderduiken
  3. saboteren van treinrail

Slide 8 - Tekstslide

Collaboreren
Samenwerken met de vijand.
denk aan:
Joden aangeven
Lidmaatschap van de NSB

Slide 9 - Tekstslide

Hongerwinter
  • 1944-1945
  • treinstaking van 1944
  • Antwoord Hitler: weinig eten voor de bevolking
  •    Door de hongerwinter vielen er 20.000 doden in 
Zuid-Nederland

Slide 10 - Tekstslide

NSB
NSB (NationaalSocialistische Bond)
Leider van de NSB is Anton Mussert.
Steun aan Hitler

Slide 11 - Tekstslide

antisemitisme 
Haat hebben aan Joden
Discriminatie van Joden 

Slide 12 - Tekstslide

Veel Joden in het Duitse rijk door veroveringen in Rusland
Wat moet er gebeuren met de joden
Endlösung
Luchtfoto van Dachau concentratiekamp

Slide 13 - Tekstslide

Holocaust
De moord op zes miljoen Joden.
In vernietigingskampen in Europa
bekendste is Auschwitz
Anne Frank is overleden in Bergen-Belsen

Slide 14 - Tekstslide

De verschillende kampen
Doorvoer- concentratie-, en vernietigingskampen

  • Doorvoerkamp is een tussen station
  • Concentratiekamp is een werkkamp
  • Vernietigingskamp is gebouwd voor mensen te vermoorden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Pauzemomentje

timer
4:00

Slide 17 - Tekstslide

Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 18 - Quizvraag

Nederland bleef neutraal omdat.....
A
Nederland een bondgenootschap had met Engeland
B
Nederland had een zwak leger
C
Nederland wilde Duitsland in de rug aanvallen
D
Nederland mocht niet mee doen aan de oorlog van Duitsland

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer was de tweede wereldoorlog in Nederland?
A
1938-1945
B
1940-1948
C
1940-1945
D
1938-1948

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van een blitzkrieg?
A
Oorlog waar zo snel mogelijk land wordt veroverd
B
loopgravenoorlog met zware beschietingen
C
Een totale oorlog
D
Oorlog met bombardementen op steden

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heette de aanval van Duitsland op de Sovjet Unie?
A
Blitzkrieg
B
Operatie Barbarossa
C
Operatie Market Garden
D
D-Day

Slide 22 - Quizvraag

Hoe wordt Hitlers manier van tweefrontenoorlog voorkomen genoemd?
A
Blitzkrieg
B
Von Schlieffenplan
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Engeland

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heette de slag waar het Duitse leger zijn grootste nederlaag leed?
A
Slag om Petrograd
B
Slag om Moskou
C
Slag om Vladiwodstok
D
Slag om Stalingrad

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de holocaust
A
De holocaust is de trein vanaf Westerbork
B
De holocaust is een concentratiekamp
C
De moord op zes miljoen Joden
D
De holocaust is een reddingsactie tijdens de tweede wereldoorlog

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer was de hongerwinter?
A
1942-1943
B
1943-1944
C
1944-1945
D
1945-1946

Slide 26 - Quizvraag

wat betekent collaboreren.
A
samenwerken
B
collectie
C
verzet
D
aanpassen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een vernietigingskamp?
A
Plek om mensen te laten werken
B
Plek om mensen te vermoorden
C
Plek om mensen naar andere kampen te sturen

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent het begrip antisemitisme?
A
Haat aan de Duitsers
B
Jodenhaat
C
Haat aan de katholieken
D
Haat aan Hitler

Slide 29 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van verzet?
A
Illegale krantjes verspreidenDe Duitsers saboteren en aanslagen plegenJe verstoppen voor de Duitsers.Onderduikers in huis nemen.
B
Onderduikers in huis nemen.
C
De Duitsers saboteren en aanslagen plegen
D
Je verstoppen voor de Duitsers.

Slide 30 - Quizvraag

Welk begrip past bij de bron?
A
Blitzkrieg
B
D-day
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Stalingrad

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een concentratiekamp?
A
Doorvoerkamp
B
Werkkamp
C
Vernietigingskamp
D
Mein Kampf

Slide 32 - Quizvraag

1. Welke kolonie van Nederland werd vlak na de Tweede Wereldoorlog onafhankelijk?
A
Indonesië
B
Suriname
C
Curaçao

Slide 33 - Quizvraag

Wat waren de Politionele acties?
A
Een oorlog om Nederlands-Indië te behouden.
B
Een oorlog om Japan te behouden.
C
Een oorlog om Duitsland te verdrijven.
D
Een oorlog om Nederland te bevrijden.

Slide 34 - Quizvraag

In 1949 werd de soevereiniteitsoverdracht getekend, wat is dit?
A
Nederland werd soeverein vorst in Indonesië
B
Nederland en Indonesië bereikte een akkoord over een gezamenlijk bestuur.
C
Het overdragen van de hoogste macht

Slide 35 - Quizvraag

Werktijd max. 15 min.
Maak de oefenvragen voor de toets

timer
15:00
timer
10:00
timer
5:00

Slide 36 - Tekstslide

Afsluiting
Schrijf 3 woorden op die je deze les hebt geleerd en licht deze toe
timer
2:00

Slide 37 - Tekstslide