4.1 Grammatica

Grammatica: samengestelde zinnen
Woordsoorten en zinsdelen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica: samengestelde zinnen
Woordsoorten en zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Waarom?
handig

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica: zinsontleding
We ontleden een zin altijd in een vaste volgorde:
1. Zoek de pv: persoonsvorm
2. Zoek het wwg: werkwoordelijk gezegde
3. Verdeel de zin in zinsdelen
4. Zoek het ow: onderwerp
5. Zoek het lv: lijdend voorwerp
6. Zoek het mv: meewerkend voorwerp
7. Zoek de bwb: bijwoordelijke bepaling(en)

Slide 3 - Tekstslide

Voegwoord herkennen
We gaan op skireis met school, maar er schijnt weinig sneeuw in te liggen in de bergen.

1. We gaan op skireis met school.
2. Er schijnt weinig sneeuw te liggen in de bergen.

Slide 4 - Tekstslide

Voegwoord herkennen
Voor mijn werkstuk heb ik een onvoldoende gekregen, omdat ik me niet aan de opdracht heb gehouden.

1. Voor mijn werkstuk heb ik een onvoldoende gekregen.
2. Ik heb me niet aan de opdracht gehouden.

Slide 5 - Tekstslide

Voegwoord herkennen
De accu van de auto was kapot, zodat mijn vader op de fiets naar zijn werk moest.

1. Welke twee zinnen staan hier?
2. Wat is het voegwoord?

Slide 6 - Tekstslide

Voegwoord herkennen
Vanavond kan ik niet mee naar de bioscoop, want ik ben helaas ziek geworden.

1. Welke twee zinnen staan hier?
2. Wat is het voegwoord?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Maak nu opdracht 4 op blz. 103

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Huiswerk
Maak nu opdracht 5: Voegwoord en persoonsvorm op blz. 104

Slide 13 - Tekstslide