Oefentoets W7

Wanneer je de input van een cliënt wilt, maar de cliënt kan niet praten kies je voor een...
A
Proces
B
Observatie
C
Product
D
Activiteitenplan
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wanneer je de input van een cliënt wilt, maar de cliënt kan niet praten kies je voor een...
A
Proces
B
Observatie
C
Product
D
Activiteitenplan

Slide 1 - Quizvraag

Bij de activiteit 'een ketting maken', is de ketting zelf een....
A
Proces
B
Observatie
C
Product
D
Activiteitenplan

Slide 2 - Quizvraag

Bij een potje voetbal is de uitleg het belangrijkste. Dit is onderdeel van het....
A
Proces
B
Observatie
C
Product
D
Activiteitenplan

Slide 3 - Quizvraag

Bij de PDCA cirkel gaat het om het uitvoeren van vaste stappen. Bij de P staat onder andere het/de....
A
Proces
B
Observatie
C
Product
D
(Activiteiten)plan

Slide 4 - Quizvraag

Waar staat de A van PDCA voor?
A
After
B
Alt
C
Act
D
Actualiteit

Slide 5 - Quizvraag

Wat vraag je met gericht evalueren?
A
Wat, hoe, wie?
B
Waarom, wat, hoe?
C
Wie, wat, welke?
D
Wanneer, waarom, wat?

Slide 6 - Quizvraag

Wat is GEEN functie van evalueren?
A
kwaliteitsverbetering
B
voorbeeldfunctie
C
zelfreflectie
D
hulpmiddel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een conclusie?
A
Een bevinding aan het eind van de rit
B
Een vergelijking aan het eind van de rit
C
Een vraag die je hebt aan het eind van de rit
D
Je mening aan het eind van de rit

Slide 8 - Quizvraag

Een doel waarbij het resultaat in één handeling te halen valt. Is een....
A
Korte termijn doel
B
Lange termijn doel
C
Kennisdoel
D
Houdingsdoel

Slide 9 - Quizvraag

Een doel waarbij meerdere handelingen nodig zijn om het eindresultaat te behalen. Is een....
A
Korte termijn doel
B
Lange termijn doel
C
Kennisdoel
D
Houdingsdoel

Slide 10 - Quizvraag

Wat doe je in de D van PDCA?
A
Nadenken over de stappen
B
De activiteit/handeling uitvoeren
C
Kijken wat er te verbeteren valt
D
Handelen op datgene wat anders kan

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de overeenkomst tussen reflecteren en evalueren
A
Er is geen overeenkomst
B
Beiden zijn kritisch kijken naar je handelen
C
Beiden zijn gericht op het kijken in een spiegel
D
Beiden worden volgens vaste vragen uitgevoerd

Slide 12 - Quizvraag