Ontdek de wereld van ruimtefiguren!

Ontdek de wereld van ruimtefiguren!

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je ruimtefiguren herkennen en de onderdelen benoemen.

Introduceer het leerdoel aan het begin van de les om de focus van de leerlingen te bepalen.

Wat weet je al over ruimtefiguren?

Wat zijn ruimtefiguren?

Ruimtefiguren zijn driedimensionale objecten die zowel lengte, breedte als hoogte hebben.

Leg uit dat ruimtefiguren echte objecten zijn die je kunt vasthouden en dat ze in de echte wereld voorkomen.

Voorbeelden van ruimtefiguren

Enkele voorbeelden van ruimtefiguren zijn een kubus, balk, piramide en bol.

Laat afbeeldingen van de genoemde ruimtefiguren zien om de leerlingen visueel te ondersteunen.

De kubus

Een kubus heeft zes gelijke vierkante zijvlakken en twaalf gelijke ribben.

Laat een interactieve kubus zien waarbij de leerlingen de eigenschappen kunnen benoemen.

De balk

Een balk heeft zes rechthoekige zijvlakken en twaalf ribben.

Toon een afbeelding van een balk en vraag de leerlingen om de eigenschappen te noemen.

De piramide

Een piramide heeft een grondvlak en driehoekige zijvlakken die samenkomen in een punt.

Laat een interactieve piramide zien waarbij de leerlingen de eigenschappen kunnen benoemen.

De bol

Een bol heeft een rond oppervlak dat vanuit elk punt hetzelfde is.

Laat een afbeelding van een bol zien en vraag de leerlingen om de eigenschappen te noemen.

Herkennen van ruimtefiguren

Kijk om je heen en benoem een ruimtefiguur die je ziet.

Laat de leerlingen actief de ruimte om hen heen observeren en vraag hen om een ruimtefiguur te benoemen.

Onderdelen van ruimtefiguren

Ruimtefiguren hebben zijvlakken, hoekpunten en ribben.

Leg uit wat zijvlakken, hoekpunten en ribben zijn en waar ze voorkomen in ruimtefiguren.

Zijvlakken

Zijvlakken zijn de vlakken die een ruimtefiguur begrenzen.

Laat afbeeldingen zien waarbij de zijvlakken duidelijk zichtbaar zijn en vraag de leerlingen om deze te identificeren.

Hoekpunten

Hoekpunten zijn de punten waar de zijvlakken van een ruimtefiguur samenkomen.

Toon een ruimtefiguur en vraag de leerlingen om de hoekpunten aan te wijzen.

Ribben

Ribben zijn de lijnstukken die de hoekpunten van een ruimtefiguur verbinden.

Laat een interactieve ruimtefiguur zien waarbij de leerlingen de ribben kunnen benoemen.

Oefening: Herkennen van ruimtefiguren

Bekijk de afbeeldingen en benoem de ruimtefiguren die je ziet.

Laat verschillende afbeeldingen van ruimtefiguren zien en vraag de leerlingen om ze te benoemen.

Oefening: Benoemen van onderdelen

Geef de namen van de zijvlakken, hoekpunten en ribben van de gegeven ruimtefiguur.

Toon een ruimtefiguur en vraag de leerlingen om de onderdelen te benoemen.

Toepassing: Ruimtefiguren in de echte wereld

Zoek afbeeldingen van ruimtefiguren in de echte wereld en benoem hun onderdelen.

Laat de leerlingen zelf afbeeldingen zoeken waarop ruimtefiguren te zien zijn en vraag hen om de onderdelen te benoemen.

Samenvatting

Ruimtefiguren zijn driedimensionale objecten met zijvlakken, hoekpunten en ribben.

Herhaal de belangrijkste punten van de les en bevestig dat de leerlingen nu ruimtefiguren kunnen herkennen en de onderdelen kunnen benoemen.

Vragen

Heeft iemand nog vragen over ruimtefiguren?

Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en beantwoord deze.

Evaluatie

Beoordeel je eigen begrip van ruimtefiguren en de onderdelen op een schaal van 1-5.

Vraag de leerlingen om hun begrip van ruimtefiguren en de onderdelen te evalueren en noteer hun antwoorden.

Huiswerk

Zoek thuis naar ruimtefiguren en schrijf op welke onderdelen ze hebben.

Geef de leerlingen een opdracht om thuis ruimtefiguren te zoeken en de onderdelen te benoemen.

Volgende les

In de volgende les gaan we dieper in op de eigenschappen van specifieke ruimtefiguren.

Geef een vooruitblik op de volgende les om de leerlingen te motiveren om verder te leren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.