Latijn Fortuna woordjes hfst 6 overhoren

rogo, rogare
A
geven
B
samenkomen
C
grijpen, roven
D
vragen
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

rogo, rogare
A
geven
B
samenkomen
C
grijpen, roven
D
vragen

Slide 1 - Quizvraag

postea
A
daarom
B
al, reeds
C
maar, echter
D
daarna, later

Slide 2 - Quizvraag

multus
A
veel
B
verschrikkelijk
C
zo'n, zodanig(e), zulk(e)
D
tevreden

Slide 3 - Quizvraag

rapio, rapere
A
geven
B
samenkomen
C
grijpen, roven
D
vragen

Slide 4 - Quizvraag

itaque
A
daarom
B
al, reeds
C
maar, echter
D
daarna, later

Slide 5 - Quizvraag

terribilis
A
veel
B
verschrikkelijk
C
zo'n, zodanig(e), zulk(e)
D
tevreden

Slide 6 - Quizvraag

convenio, convenire
A
geven
B
samenkomen
C
grijpen, roven
D
vragen

Slide 7 - Quizvraag

autem
A
daarom
B
al, reeds
C
maar, echter
D
daarna, later

Slide 8 - Quizvraag

contentus
A
veel
B
verschrikkelijk
C
zo'n, zodanig(e), zulk(e)
D
tevreden

Slide 9 - Quizvraag

do, dare
A
geven
B
samenkomen
C
grijpen, roven
D
vragen

Slide 10 - Quizvraag

iam
A
daarom
B
al, reeds
C
maar, echter
D
daarna, later

Slide 11 - Quizvraag

talis
A
veel
B
verschrikkelijk
C
zo'n, zodanig(e), zulk(e)
D
tevreden

Slide 12 - Quizvraag

femina

Slide 13 - Open vraag

domus

Slide 14 - Open vraag

post (+ acc.)

Slide 15 - Open vraag

aurum

Slide 16 - Open vraag

lacrima

Slide 17 - Open vraag

pars

Slide 18 - Open vraag

verbum
A
nederlaag
B
vrede
C
aanvoerder
D
woord

Slide 19 - Quizvraag

spero, sperare
A
hopen
B
gooien
C
geven
D
veroveren

Slide 20 - Quizvraag

pax
A
nederlaag
B
vrede
C
aanvoerder
D
woord

Slide 21 - Quizvraag

dono, donare
A
hopen
B
gooien
C
geven
D
veroveren

Slide 22 - Quizvraag

dux
A
nederlaag
B
vrede
C
aanvoerder
D
woord

Slide 23 - Quizvraag

iacio, iacere
A
hopen
B
gooien
C
geven
D
veroveren

Slide 24 - Quizvraag

clades
A
nederlaag
B
vrede
C
aanvoerder
D
woord

Slide 25 - Quizvraag

expugno, expugnare
A
hopen
B
gooien
C
geven
D
veroveren

Slide 26 - Quizvraag