Lezen- H.1-onderwerp - Mavo1=e6

Wat gaan we doen?



Aan de slag met Nieuw Nederlands

Hoofdstuk 1 Lezen



Doel van de les:

het vinden van het onderwerp in een tekst

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?



Aan de slag met Nieuw Nederlands

Hoofdstuk 1 Lezen



Doel van de les:

het vinden van het onderwerp in een tekst

Slide 1 - Tekstslide




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt
met één of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld:
dansen, het downloaden van muziek of de handigste mobieltjes. Als je weet wat
het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je hem helemaal
gaat lezen.
Om het onderwerp te vinden, hoef je een tekst niet helemaal te lezen. Je leest
de tekst alleen oriënterend, dat wil zeggen: je bekijkt de tekst en je leest de
eerste alinea. Alinea’s zijn de genummerde stukjes waarin een tekst verdeeld is.
Het onderwerp van een tekst
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt
met één of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld:
dansen, het downloaden van muziek of de handigste mobieltjes. Als je weet wat
het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je hem helemaal
gaat lezen.


Om het onderwerp te vinden, hoef je een tekst niet helemaal te lezen. Je leest
de tekst alleen oriënterend, dat wil zeggen: je bekijkt de tekst en je leest het eerste stukje (de eerste alinea)


Wat is een alinea?

Slide 4 - Tekstslide


Zo vind je het onderwerp van een tekst:
• Bekijk de tekst:

 – Kijk naar de titel.
 – Kijk naar de foto’s en plaatjes bij de tekst.


 – Kijk naar lijstjes, rijtjes of schema’s die er misschien bij staan.


 – Kijk naar tussenkopjes (als die er zijn); een tussenkopje is de ‘titel’ van
een tekstgedeelte.


 – Let op anders gedrukte letters (vet, cursief, GROOT of gekleurd).


• Lees de eerste alinea; meestal is die vetgedrukt.


• Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 5 - Tekstslide

Nu zelfstandig aan de slag

Wat nu?

 Nogmaals doorlezen theorie blz. 12

Opdrachten maken opdr. 1-2 blz. 12 t/m 14

                         opdr. 4 blz. 15

Bespreken opdrachten en evaluatie-opdracht.
Snel klaar? Dan maak  je ook opdr. 3+5 blz.14+16






Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd

Wat moet je onthouden, is belangrijk?
 
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Zo vind je deelonderwerpen
• Lees de eerste en laatste zin van iedere alinea.


• Ga na wat er in de verschillende alinea’s over het onderwerp staat.


• Bekijk welke alinea’s over hetzelfde deel van het onderwerp gaan.


 Let vooral goed op de eerste zin van een alinea.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide