Lezen-H.5-mavo1

1 / 16
volgende
Slide 1: Link
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Wat gaan we doen?





Doel van de les: na deze les weet je hoe je het tekstdoel kan bepalen en kun je de betekenis van een moeilijk woord afleiden 



Slide 2 - Tekstslide

Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt
met één of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld:
dansen, het downloaden van muziek of de handigste mobieltjes. Als je weet wat
het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je hem helemaal
gaat lezen.
Om het onderwerp te vinden, hoef je een tekst niet helemaal te lezen. Je leest
de tekst alleen oriënterend, dat wil zeggen: je bekijkt de tekst en je leest de
eerste alinea. Alinea’s zijn de genummerde stukjes waarin een tekst verdeeld is.

Het onderwerp van een tekst


  • Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt
  • met één of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld:
  • dansen, het downloaden van muziek of de handigste mobieltjes.










Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp vinden:
Om het onderwerp te vinden, hoef je een tekst niet helemaal te lezen. Je leest
de tekst alleen oriënterend, dat wil zeggen: je bekijkt de tekst en je leest de
eerste alinea

Slide 4 - Tekstslide






Een tekst is verdeeld in :
inleiding
  • een middenstuk (kern) en
  • een slot.
  • Slide 5 - Tekstslide

    •  Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is. Het eerste deel van een tekst is ?
    • de inleiding.


    • Hier worden de deelonderwerpen besproken.
    • In het middenstuk

    Slide 6 - Tekstslide


    Het laatste deel van een tekst. Hierin wordt het belangrijkste uit de tekst kort herhaald?

    •  Het slot.



    Slide 7 - Tekstslide

    Soms gaat één alinea over één deelonderwerp, soms gaan meer alinea’s over één deelonderwerp.




    De belangrijkste informatie over een deelonderwerp staat vaak ?


    •  in de eerste zin van de alinea.

     




    Slide 8 - Tekstslide

    Één volledige zin, die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt is? 



    • De hoofdgedachte van een tekst



    Slide 9 - Tekstslide

    De hoofdgedachte staat meestal in ?

    • de inleiding of in het slot.




    wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

    Slide 10 - Tekstslide

    De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.


    De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel.


    Hij wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen of de lezer ergens toe overhalen.

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    Nu zelfstandig aan de slag

    Wat nu?

     Voordat je aan de opdrachten begint, lees je eerst zelfstandig de theorie op blz. 168

    Maken:

    opdr. 1 t/m 4

    blz. 167-172










    Slide 13 - Tekstslide

    Nu zelfstandig aan de slag

    Wat nu?

     Voordat je aan de opdrachten begint, lees je eerst zelfstandig de theorie op blz. 127

    maken opdr. 1 t/m 5


    Doe je het liever alleen, dan mag dat ook






    Slide 14 - Tekstslide

    Aan de slag

    Slide 15 - Tekstslide

    Opdracht: in 2 tallen=
     Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

    Opdracht: in 2 tallen=
     Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd

    Wat moet je onthouden, is belangrijk?
     
    Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

    Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?



    Slide 16 - Tekstslide