Thema 4 blok 1

1E - Mens & Maatschappij
  • Lesopening
  • Uitleg Thema 4 Blok 1
  • Aan de slag!
  • Jeugdjournaal
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1E - Mens & Maatschappij
  • Lesopening
  • Uitleg Thema 4 Blok 1
  • Aan de slag!
  • Jeugdjournaal

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor soorten natuurrampen zijn er?

Slide 2 - Woordweb

Het binnenste van de aarde

De aarde bestaat uit verschillende lagen:

  • aardkorst: buitenste schil van de aarde.
  • mantel: deel van de aarde tussen de aardkern en de aardkorst.
  • aardkern: binnenste deel van de aarde.
Binnenkern
binnenste van de aarde, massieve bal van ijzer en nikkel
Buitenkern
Binnenste van de aarde, vloeibaar ijzer en nikkel
mantel
dikke laag gesteente om de kern heen die heel heet is, een stroperige massa van 3000 km dik.
aardkorst
buitenste laag van de aarde, stevig en hard

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Blok 4 'Ik'
Lezen: Tekstboek: blz. 27
Maken: Opdr. 6 t/m 11 (blz. 45 & 46)

rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
         ALS JE KLAAR BENT
  1. Kaartopdracht blz. 51
  2. Kijk je werk na
timer
30:00

Slide 7 - Tekstslide

Huis / Maak -werk:

Werkboek:
START opdr. 1 t/m 3 (blz. 6)
Blok 1 opdr. 1 t/m 4 (blz. 8 t/m 10)
Tekstboek:
Blz. 72 t/m 75
rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 8 - Tekstslide

Thema 4 blok 1 (2e gedeelte)

Aan het einde van de les kun je:

-uitleggen op welke manieren de aardplaten bewegen (4).

-wat de gevolgen zijn hiervan. 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

7-12-2016

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe bewegen de platen?

1. Twee platen botsen tegen elkaar aan.

Ze zijn ongeveer even zwaar: er ontstaat een gebergte.


2. De ene plaat schuift onder de andere plaat. Er ontstaat een gebergte (op de plaat die omhoog gaat). De plaat die naar beneden gaat smelt en er ontstaat een vulkaan. Of een Trog (vulkaan op de bodem van de oceaan).

Slide 15 - Tekstslide

1. Twee platen botsen tegen elkaar

Slide 16 - Tekstslide

2. Trog

De platen drijven naar elkaar toe.



Slide 17 - Tekstslide

Hoe bewegen de platen?

3. Twee platen schuiven langs elkaar. Soms gebeurt er lang niets. En dan plotseling: een aardbeving.


4. Twee platen schuiven uit elkaar. Er vloeit gesteente uit de breuklijn. Op land ontstaat een vulkaan.

Op de bodem van de oceaan: Mid-Oceanische rug.

Slide 18 - Tekstslide

3. Twee platen schuiven langs elkaar

Slide 19 - Tekstslide

4.Platen bewegen uit elkaar

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heet het hete vloeibare deel van de aarde?
A
De aardkern
B
De aardmantel
C
De aardkorst
D
De aardplaten

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet het deel bij de pijl in deze aardbol?
<--
A
binnenkern
B
buitenkern
C
aardmantel
D
aardkorst

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet is de magma in de aardmantel ongeveer?
A
maximaal 600 graden Celcius
B
maximaal 770 graden Celcius
C
maximaal 860 graden Celcius
D
Maximaal 1250 graden Celcius

Slide 29 - Quizvraag

Als bij een aardbeving deuren en schilderijen bewegen. Welke kracht op de schaal van Richter was er dan?
A
0, 1 of 2
B
3 of4
C
5 of 6
D
7, 8 of 9

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer twee aardplaten tegen elkaar aanduwen ontstaan...
A
Meren
B
Gebergten
C
Vulkanen
D
Vlaktes

Slide 31 - Quizvraag

Aardbevingen veroorzaken vulkaanuitbarstingen
A
goed
B
fout

Slide 32 - Quizvraag

In Nederland komen geen zware aardbevingen voor
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 37 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Aardbevingen ontstaan door het omvallen van platen
B
Aardbevingen vind je bij de randen van platen
C
De meeste doden vallen niet door de aardbevingen zelf, maar door de schade ervan

Slide 38 - Quizvraag

In Limburg ontstaan lichte aardbevingen door kleine scheuren in de aardkorst.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Op de wereld komen elk jaar ......................... aardbevingen voor
A
tientallen
B
honderden
C
miljoenen
D
miljarden

Slide 40 - Quizvraag

In Groningen komen aardbevingen voor doordat er gas uit de bodem wordt gehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quizvraag

In de aardkorst zitten scheuren. Hoe heten die scheuren?
A
zeeplaten
B
aardbevingen
C
breuken
D
rivieren

Slide 42 - Quizvraag

De kracht van een aardbeving noemen we?
A
Temperatuur
B
Schudkracht
C
Cijferen
D
Schaal van Richter

Slide 43 - Quizvraag

Komen er in NL wel eens aardbevingen voor?
A
nee
B
ja
C
soms

Slide 44 - Quizvraag

In welk land zijn de meeste aardbevingen?
A
Nederland
B
Amerika
C
China
D
Japan

Slide 45 - Quizvraag

Aardplaten schuren.
De oorzaak hiervan is:
A
Aardplaten botsen
B
Er ontstaan aardbevingen
C
De aardplaten bewegen

Slide 46 - Quizvraag

Hoe ontstaan aardbevingen?
A
Twee aardplaten botsen.
B
Aardgas word geboord.
C
Door goden.
D
Toeval.

Slide 47 - Quizvraag

De meeste aardbevingen en vulkaanuitbarstingen vinden plaats:
A
rond de Atlantische Oceaan
B
bij de Ring van Vuur
C
in Azië
D
in arme landen

Slide 48 - Quizvraag

Waarom zijn aardbevingen zo gevaarlijk?
A
Er kan een tsunami komen
B
Je kan bedolven raken onder het puin
C
Alle antwoorden zijn goed
D
je kan dood gaan

Slide 49 - Quizvraag

In welke 2 provincies komen er in Nederland aardbevingen voor?
A
Gelderland en Groningen
B
Groningen en Zeeland
C
Groningen en Limburg
D
Zeeland en Gelderland

Slide 50 - Quizvraag

Klas 1:Thema 4 blok 1

Bedenk of je :

Kunt uitleggen wat natuurrampen zijn + voorbeelden noemen

Kunt uitleggen wat aardkern/aardkorst/aardmantel/magma zijn

Kunt uitleggen hoe en waar een aardbeving ontstaat.


Slide 51 - Tekstslide