Hoofdzin: Een stuk van de zin die het belangrijkst is.
Bijzin: een stuk van de zin die erachter komt.
Hoe kom je erachter of je een hoofdzin of bijzin hebt?
1. Is je zin enkelvoudig? Dan heb je één hoofdzin.
2. Is je zin samengesteld? Dan kijk je naar het voegwoord. Bij de voegwoorden en, maar, want + of heb je de constructie hoofdzin+hoofdzin en een nevenschikkend voegwoord.
3. Is het een ander voegwoord, dan heb je een onderschikkend voegwoord. Maak een vraagzin. Het stuk dat vooraan komt is de hoofdzin. Rest is bijzin.